ECLI:NL:RBOBR:2021:5119
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van beroep inzake griffierecht en betalingsonmacht
Op 24 september 2021 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam] B.V. en de heffingsambtenaar van de gemeente Heeze-Leende. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 11 december 2020. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiseres was verplicht griffierecht te betalen, maar heeft slechts een deel van het verschuldigde bedrag van € 354,00 voldaan, namelijk € 35,00. Eiseres heeft aangevoerd dat zij door corona niet in staat was het volledige bedrag te betalen, maar de rechtbank heeft dit niet als verontschuldiging geaccepteerd.
De griffier heeft eiseres meerdere keren de gelegenheid gegeven om het griffierecht te betalen, maar eiseres heeft hier niet tijdig op gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep op betalingsonmacht niet is onderbouwd en heeft het beroep op 22 april 2021 afgewezen. De rechtbank heeft ook de indeling van de griffierechtnota ter discussie gesteld, maar deze is voldoende duidelijk bevonden. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres niet aan de betalingsverplichtingen heeft voldaan. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken verzet in te stellen tegen deze uitspraak.