In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiseres tegen de beslissingen van het UWV om haar uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) te beëindigen per 3 juli 2020 en haar geen uitkering toe te kennen op grond van de Wet WIA per 27 juli 2020. Eiseres stelt dat het medisch onderzoek niet voldoende zorgvuldig is uitgevoerd en dat de door het UWV ingeschakelde deskundige niet overtuigend motiveert waarom de door haar ingeschatte beperkingen niet worden overgenomen. De rechtbank oordeelt dat het UWV onvoldoende rekening heeft gehouden met de medische situatie van eiseres, met name de artrose aan haar linkerhand, en dat de verzekeringsarts van het UWV de beperkingen van eiseres niet adequaat heeft beoordeeld. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van 9 december 2020 en verklaart het beroep gegrond. Het UWV moet een nieuwe beslissing op bezwaar nemen, waarbij het rekening moet houden met de aangenomen beperkingen door de door eiseres ingeschakelde verzekeringsarts. De rechtbank stelt een termijn van zes weken voor deze nieuwe beoordeling.