2. Eiser werkt sinds [datum] 1977 bij [naam] B.V., laatstelijk als northern area operator (operator waterzuivering [naam] ). Op 6 november 2015 is hij ziek gemeld wegens gewrichtsklachten als gevolg van polyartrose. Op 14 februari 2017 heeft eiser een aanvraag gedaan om eerder in aanmerking te komen voor een WIA-uitkering. Bij besluit van 6 april 2017 heeft het UWV die aanvraag WIA met verkorte wachttijd afgewezen. Het door de (ex-)werkgever tegen dit besluit gemaakte bezwaar heeft het UWV ongegrond verklaard bij besluit van 9 november 2017. Op 27 juli 2017 heeft eiser een WIA-uitkering aangevraagd. Hierna hebben de gebeurtenissen plaatsgevonden zoals weergegeven onder het kopje ‘Inleiding’.
Het UWV heeft de beperkingen van eiser onderschat. Er had een beperking aangenomen moeten worden op het beoordelingspunt “werken met toetsenbord en muis” (4.6). Op zitting heeft hij dit punt toegelicht en aangevuld. Eiser is van mening dat niet genoeg beperkingen zijn vastgesteld en wijst daarbij naar het rapport van 8 maart 2021 en 2 juni 2021 van verzekeringsarts J.W.H.J. Verzijden en het rapport van 24 augustus 2017 van verzekeringsarts F.X.H.M. Op de Coul waar aanzienlijk meer beperkingen in zijn aangenomen.
Eiser is met zijn beperkingen niet in staat om de geselecteerde functies te verrichten. Zijn belastbaarheid wordt overschreden in de beoordelingspunten “repetitieve hand/vingerbewegingen” (4.3.8) en “het hoofd in een bepaalde stand houden tijdens het werk” (5.8).
Er is van een te hoog opleidingsniveau (4) van eiser uitgegaan.
In het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) van het UWV zijn van de geselecteerde functies de opleidings- en werkervaringseisen ondergewaardeerd opgenomen wat onder andere blijkt uit diverse overgelegde vacatureteksten.
Voor eiser is de functie administratief medewerker notaris, advocaat (SBC 532040) ten onrechte geselecteerd, omdat die hoe dan ook zijn opleidingsniveau te boven gaat.
Eiser kan de hem voorgehouden functies niet verrichten, omdat hij niet beschikt over de juiste vaardigheden en bekwaamheden. Eiser noemt met name zijn type- en computervaardigheden die tekort schieten voor de geselecteerde functies. Dat het UWV veronderstelt dat de benodigde vaardigheden binnen zes maanden kunnen worden aangeleerd is niet voldoende om tot een ander oordeel te kunnen komen.
De mediane loonwaarde is niet juist berekend.
De indexering van het maatmanloon is niet juist.
Eiser heeft zodanige kenmerken dat van een werkgever in redelijkheid niet kan worden verlangd hem in bepaalde arbeid te werk te stellen zoals bedoeld in artikel 9, aanhef en onder e, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit).
De beslissing op bezwaar van 4 mei 2021 is genomen in strijd met diverse algemene beginselen van behoorlijk bestuur en bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
4. Het UWV handhaaft in het bestreden besluit zijn beslissing over de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser op 3 mei 2020 en 16 juni 2021 en de beëindiging van zijn WIA-uitkering per 16 juni 2021. Daarbij verwijst het UWV naar de beoordelingen van de verzekeringsarts Bezwaar en Beroep (B&B) en de arbeidsdeskundige B&B.
5. De Centrale Raad van Beroep (de Raad) is in Nederland de hoogste rechter die oordeelt over arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. De Raad heeft inmiddels al in veel zaken uitgesproken dat het UWV zijn besluiten over arbeidsongeschiktheid in principe mag baseren op rapporten van zijn verzekeringsartsen. Die rapporten moeten dan wel aan een aantal in het Schattingsbesluit opgenomen voorwaarden voldoen, te weten:
6.2.Op 16 juni 2021 is de hoofddiagnose onveranderd polyartrose. Eiser is in 2016 door zijn reumatoloog geadviseerd zoveel mogelijk in beweging blijven. Hij moet overbelasting vermijden, maar belast bewegen als zich geen actieve synovitis voordoet. Dat advies is nog steeds van toepassing. Toch is volgens de verzekeringsarts B&B sprake van een toename van de beperkingen ten opzichte van 3 mei 2020. Die toename is het gevolg van de financiële tegenslagen die eiser inmiddels heeft ervaren (mede als gevolg van het feit dat het UWV zijn uitkering heeft beëindigd en hij niet in aanmerking komt voor een vervangende uitkering). Door deze tegenslagen heeft eiser rond februari 2021 een depressie van matige ernst ontwikkeld. In de fml die ziet op 16 juni 2021 zijn daarvoor beperkingen aan de orde ten aanzien van veelvuldige deadlines/productiepieken, emotionele problemen van anderen hanteren, indringende conflicthantering en (eind)verantwoordelijkheid (wat is verwerkt in de items 1.8.4, 2.6, 2.8. 2.11, 2.12.5 en 3.1). Voor het overige bestaat geen aanleiding de fml (verder) aan te passen. Met name de diverse artrotische afwijkingen van het houdings- en bewegingsapparaat, de cervicobrachialgie rechts met AC-artrose geven daartoe geen aanleiding. Op lichamelijk vlak zijn de beperkingen van eiser gelijk van de beperkingen zoals die op 3 mei 2020 werden vastgesteld.
6.3.De rechtbank ziet geen aanleiding deze bevindingen van de verzekeringsarts B&B voor onjuist te houden. De bevindingen van verzekeringsarts Verzijden doen hier geen twijfel aan ontstaan. In de rapportage van 3 januari 2022 is de verzekeringsarts B&B uitvoerig ingegaan op de bevindingen van de door eiser ingeschakelde verzekeringsarts Verzijden. De verzekeringsarts B&B beargumenteerd waarom hij in de bevindingen van Verzijden geen aanleiding ziet een ander standpunt in te nemen. In dat oordeel heeft de verzekeringsarts ook de in beroep gekregen informatie van eisers behandelaars betrokken. Het gaat om informatie van de huisarts van 8 november 2021 en 22 december 2021, van de neuroloog van 9 maart 2021, van de longarts van 1 december 2020 en van de orthopeed van 21 april 2021. De verzekeringsarts B&B heeft aangegeven dat Verzijden geen onderbouwing of ondersteuning op grond van eigen onderzoekgegevens geeft voor zijn standpunt dat zwaardere beperkingen moeten worden aangenomen voor hand- en vingergebruik. Dit blijkt ook niet uit de gegevens van behandelende sector of de eigen onderzoeksbevindingen van de verzekeringsarts B&B. Dit geldt ook voor de beperking die Verzijden heeft aangegeven voor het bedienen van (4.5) en werken met (4.6) met toetsenbord en muis. Volgens de verzekeringsarts B&B is een dergelijke beperking niet aan de orde omdat eiser beschikt over nagenoeg volledige bewegingsmogelijkheid van de vingers. Eiser is beperkt in het maken van repetitieve handelingen. Aan de rechterhand kan hij de wijsvinger niet goed strekken en aan de linkerhand kan hij de duim beperkt bewegen. Een gebogen rechterwijsvinger hoeft eiser niet te belemmeren in het gebruik van toetsenbord en muis. Ook het (enige tijd achtereen) werken met toetsenbord en muis is niet beperkt omdat deze activiteit weinig kracht vergt. Eiser heeft de fysieke mogelijkheden om een toetsenbord en muis te bedienen en kan gedurende het merendeel van de werkdag werken met toetsenbord en muis. De verzekeringsarts is net al Verzijden van mening dat eiser beperkt is ten aanzien van rug belastend werk. Uit de medische informatie blijkt dat sprake is van discopathie en degeneratieve veranderingen in de lumbale wervelkolom. Deze afwijkingen in de onderrug zijn leeftijd conform en maken niet dat eiser, zoals hij zegt, niet langdurig kan zitten. hetgeen de verzekeringsarts B&B ook uit eigen onderzoek is gebleken. De door Verzijden veronderstelde beperking voor frequent reiken noemt de verzekeringsarts B&B vaag omdat hij niet uitlegt welk ziektebeeld tot deze beperking leidt. Volgens de verzekeringsarts B&B heeft eiser geen aandoening die het hiervoor benodigde strekken en buigen van de arm minder goed of minder vaak mogelijk maakt. Ook is geen sprake van een aandoening van de schouders die eiser beperkt in het langdurig boven schouderhoogte actief zijn. Uit de meest recente informatie van de neuroloog en orthopeed blijkt dat sprake is van gecombineerd beeld van schouderproblematiek (AC-artrose) en enige cervicale wortelprikkeling rechts. De verzekeringsarts B&B heeft op grond van deze bevindingen beperkingen aangenomen voor nek, schouder en arm. De urenbeperking heeft Verzijden niet geobjectiveerd en niet deugdelijk gemotiveerd aan de hand van de standaard Duurbelastbaarheid in arbeid. Uit het eigen onderzoek van Verzijden blijkt niet dat een urenbeperking moet worden aangenomen op energetische gronden. Verzijden heeft geen dagverhaal opgenomen en ook zijn eigen waarneming ontbreekt. De gegeneraliseerde artrose maakt volgens de verzekeringsarts B&B dat eiser het meest gebaat is bij veel bewegen. Eiser ziet er niet vermoeid uit en ook Verzijden geeft aan dat veel bewegen goed is bij dit ziektebeeld. Er is daarom geen energetische indicatie voor een urenbeperking. Er is volgens de verzekeringsarts B&B geen aanleiding verdergaande beperkingen aan te nemen.
7.1.Naar aanleiding van wat eiser heeft aangevoerd over het CBBS en de daarin opgenomen gegevens over functies, functie- en opleidingseisen en belastende factoren van functies, heeft het UWV ter zitting toegelicht op welke wijze functies in het CBBS worden opgenomen voor gebruik bij de arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen. Daaruit blijkt het volgende. Voordat een functie wordt opgenomen in het CBBS verricht een arbeidsdeskundig analist van het UWV een onderzoek bij de werkgever. Dat onderzoek bestaat in ieder geval uit interviews over de functie en uit waarnemingen en metingen bij het uitoefenen van de functie. Verder verzamelt de arbeidsdeskundig analist bij de werkgever informatie over de beschrijving van de functie, de salarisgegevens en de minimum opleidings- en ervaringseisen. Al deze gegevens worden door de arbeidsdeskundig analist opgenomen in een rapport, dat de vorm krijgt van een functiebeschrijving. De aldus door de analist vervaardigde functiebeschrijving wordt eerst getoetst door een collega arbeidskundig analist. Daarna wordt de functiebeschrijving in zijn geheel opgenomen in het CBBS. Het UWV heeft toegelicht dat ook nadat een functie is opgenomen regelmatig wordt getoetst via onder meer onderzoek ter plekke, of de gegevens over de functie nog correct zijn. Met deze toelichting van het UWV is voldoende duidelijk dat een in het CBBS opgenomen functiebeschrijving rechtstreeks is gebaseerd op de waarnemingen en bevindingen van de arbeidsdeskundig analist. De functiebeschrijving is vervolgens in de door de analist opgemaakte vorm door de (bezwaar)arbeidsdeskundige direct te raadplegen in het CBBS ten behoeve van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling.
7.15.In zijn rapportage van 14 november 2022 heeft de arbeidsdeskundige B&B aangegeven dat bij nader inzien de functie van dienstindeler (sbc code 482010, functienummer 7211.0004.001 en 7211.002.032) niet geschikt is voor eiser. Deze functie is alsnog komen te vervallen en vervangen door de (reserve)functie baliemedewerker (service en info) met sbc code 315150. Uitgaande van de juistheid van de op 3 mei 2020 vastgestelde beperkingen, ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat de (drie) geselecteerde functies administratief medewerker notaris, advocaat (sbc code 532040), baliemedewerker (service en info) (sbc code 315150) en receptionist (sbc code 315120) niet geschikt zijn voor eiser. Voor de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling blijft deze wijziging zonder gevolgen. Het arbeidsongeschiktheidspercentage wijzigt weliswaar van 16,28% naar 21,24% maar dat is nog altijd minder dan 35%. Voor 16 juni 2021 betekent dit dat eiser met de voor hem vastgestelde beperkingen geschikt is voor de (drie) geselecteerde functies administratief medewerker notaris, advocaat (sbc code 532040), receptionist (sbc code 315120) en administratief ondersteunend medewerker (sbc code 315100). Daar waar sprake is van signaleringen en mogelijke overschrijdingen, is door de arbeidsdeskundige (B&B) van het UWV voldoende onderbouwd waarom de geselecteerde functies geschikt zijn. Het arbeidsongeschiktheidspercentage bedraagt 34,10%.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur