ECLI:NL:RBOBR:2025:1301
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake WOZ-waarde door gebrek aan procesbevoegdheid
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning, vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Bergeijk. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet is gebleken dat eiser tot de kring van beroepsgerechtigden behoort. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van de woning vastgesteld op € 541.000, maar de rechtbank oordeelde dat de beschikking was gericht aan de erfgenamen van de woning, en niet aan eiser zelf. Eiser had wel een machtiging afgegeven aan zijn gemachtigde om bezwaar te maken, maar de rechtbank kon niet vaststellen dat eiser zelf gerechtigd was om beroep in te stellen. De rechtbank heeft eiser verzocht om een verklaring van erfrecht te overleggen, maar hierop is niet gereageerd. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen dat eiser tot de beroepsgerechtigden behoort. De rechtbank heeft ten overvloede ook de inhoudelijke beoordeling van de WOZ-waarde uitgevoerd en oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet inhoudelijk beoordeeld en hem geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegekend.