ECLI:NL:RBOBR:2025:2154
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde van een woning en de toepassing van de vergelijkingsmethode door de heffingsambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 10 april 2025, in de zaak met nummer SHE 24/1459, wordt de WOZ-waarde van een woning in Waalre beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 325.000 voor het kalenderjaar 2023, wat door eiser werd betwist. Eiser, eigenaar van de woning, stelde dat de heffingsambtenaar de zolder ten onrechte buiten beschouwing had gelaten en onvoldoende rekening had gehouden met de toestand van de woning, waaronder een gedateerde keuken en badkamer, slecht onderhoud en de aanwezigheid van asbest.
De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De heffingsambtenaar had de waarde onderbouwd met een taxatierapport waarin de vergelijkingsmethode was toegepast. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar voldoende rekening had gehouden met de relevante verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten. Eiser kreeg geen gelijk en het beroep werd ongegrond verklaard, wat betekende dat hij geen griffierecht terugkreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.