ECLI:NL:RBOBR:2025:2155
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde van een woning en de motivering van de heffingsambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 10 april 2025, wordt de WOZ-waarde van een woning in Waalre beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 500.000 voor het kalenderjaar 2023, wat door eiser werd betwist. Eiser stelde dat de waarde te hoog was en dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met de gedateerde keuken en het toilet in de woning. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De rechtbank volgde de heffingsambtenaar in zijn argumentatie en concludeerde dat de motivering van de uitspraak op bezwaar niet onvoldoende was. Eiser kreeg geen gelijk en het beroep werd ongegrond verklaard, wat betekende dat hij geen griffierecht terugkreeg en ook geen vergoeding van proceskosten ontving. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.