Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 april 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Totstandkoming van de besluitvorming
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
het zou naar onze mening van gebrek aan respect voor de rechtsgang en uw rechtbank hebben getuigd als wij niet een gedegen beroepschrift zouden hebben opgesteld en ieder punt volledig zouden hebben onderbouwd. Een dergelijke zorgvuldige behandeling kost tijd en dus geld. Ook de behandeling in bezwaar heeft kosten met zich gebracht, wat normaal is voor een serieuze behandeling en voorbereiding daarvan.” Hieruit volgt dat sprake is van een processuele keuze van eiser dan wel zijn gemachtigde om kennelijk veel tijd (en geld) in de zaak te steken, terwijl enige relatie met de werkwijze van het UWV niet is gesteld noch is gebleken. (Overigens lijkt eisers gemachtigde zelfs te erkennen dat zijn werkzaamheden in de bezwaarfase een normaal – en dus geen bijzonder – karakter hebben gehad.) Of aan het tweede criterium is voldaan – dat de werkwijze van het UWV moet hebben bestaan uit bewust onzorgvuldig handelen of tegen beter weten onrechtmatige besluiten nemen en handhaven, terwijl het UWV zich van de onjuistheid bewust was [16] – kan reeds daarom in het midden blijven.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 20 december 2023;
- herroept het besluit van 14 juni 2023;
- bepaalt dat eisers vrijwillige verzekering voor de Ziektewet, de Wet WIA en de Werkloosheidswet per 1 maart 2020 is beëindigd;
- bepaalt dat het UWV de namens eiser te veel betaalde premie van € 35.958,88 aan [naam] B.V. terugbetaalt, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf 11 augustus 2023 tot aan de dag van voldoening;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde bestreden besluit;
- bepaalt dat het UWV het griffierecht van € 51,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt het UWV tot betaling van € 3.108,- aan proceskosten aan eiser.