ECLI:NL:RBOBR:2025:2197
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wajong-uitkering; beoordeling arbeidsvermogen en perspectief op ontwikkeling
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 11 april 2025, wordt de aanvraag van eiseres voor een Wajong-uitkering behandeld. Eiseres, geboren in 2004, had op 19 mei 2022 een Wajong-uitkering aangevraagd, maar het UWV heeft deze aanvraag op 2 september 2022 afgewezen. Eiseres is het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 11 maart 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.
De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres niet over arbeidsvermogen beschikt, maar dat er wel perspectief is op ontwikkeling. De rechtbank baseert zich op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, die hebben geconcludeerd dat eiseres in de toekomst mogelijk arbeidsvermogen kan ontwikkelen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet voldoet aan de voorwaarden voor arbeidsvermogen, maar de rechtbank volgt deze redenering niet. De rechtbank concludeert dat er op dit moment geen situatie is waarin geen perspectief meer is op ontwikkeling.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op de Wajong-uitkering. De rechtbank wijst ook de verzoeken om griffierecht en proceskostenvergoeding af. Deze uitspraak benadrukt het belang van de beoordeling van arbeidsvermogen en de mogelijkheden tot ontwikkeling in het kader van de Wajong-regeling.