ECLI:NL:RBOBR:2025:2197

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
24/2706
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wajong-uitkering; beoordeling arbeidsvermogen en perspectief op ontwikkeling

In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 11 april 2025, wordt de aanvraag van eiseres voor een Wajong-uitkering behandeld. Eiseres, geboren in 2004, had op 19 mei 2022 een Wajong-uitkering aangevraagd, maar het UWV heeft deze aanvraag op 2 september 2022 afgewezen. Eiseres is het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 11 maart 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.

De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres niet over arbeidsvermogen beschikt, maar dat er wel perspectief is op ontwikkeling. De rechtbank baseert zich op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, die hebben geconcludeerd dat eiseres in de toekomst mogelijk arbeidsvermogen kan ontwikkelen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet voldoet aan de voorwaarden voor arbeidsvermogen, maar de rechtbank volgt deze redenering niet. De rechtbank concludeert dat er op dit moment geen situatie is waarin geen perspectief meer is op ontwikkeling.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op de Wajong-uitkering. De rechtbank wijst ook de verzoeken om griffierecht en proceskostenvergoeding af. Deze uitspraak benadrukt het belang van de beoordeling van arbeidsvermogen en de mogelijkheden tot ontwikkeling in het kader van de Wajong-regeling.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 24/2706

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 april 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. Ü. Ögüt),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het UWV
(gemachtigde: mr. B.H.C. de Bruijn).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de aanvraag van eiseres voor een Wajong-uitkering [1] die het UWV heeft afgewezen. Eiseres is het daar niet mee eens en voert een aantal beroepsgronden aan. Die komen erop neer dat zij aan geen van de voorwaarden voor arbeidsvermogen voldoet en dat arbeidsvermogen duurzaam ontbreekt.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het UWV een juiste beslissing heeft genomen. Het UWV heeft voldoende gemotiveerd dat eiseres niet over arbeidsvermogen beschikt, maar dat in de toekomst wel zou kunnen ontwikkelen. Eiseres krijgt dus geen gelijk en het beroep is ongegrond. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit heeft.

Procesverloop

2. Eiseres, geboren op [geboortedatum] 2004 , heeft op 19 mei 2022 een Wajong-uitkering aangevraagd. Met het besluit van 2 september 2022 heeft het UWV de aanvraag afgewezen. Met het bestreden besluit van 12 juni 2024 op het bezwaar van eiseres is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2.1.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.2.
De rechtbank heeft het beroep op 11 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben eiseres, mr. [naam] als waarneemster van de gemachtigde van eiseres, de begeleider van eiseres en de gemachtigde van het UWV deelgenomen.

Beoordeling door de rechtbank

Het bestreden besluit
3. Het UWV heeft beoordeeld of eiseres op haar 18e levensjaar ( [datum] 2022 ) arbeidsvermogen heeft. Dit is niet het geval, want het UWV heeft binnen het takenbestand dat het UWV ter beschikking staat geen taak kunnen vinden die voor eiseres passend is. Het UWV is van mening dat eiseres wel in staat is om arbeidsvermogen te ontwikkelen en daarom heeft zij geen recht op een Wajong-uitkering. Het UWV baseert zich daarbij op rapporten van de verzekeringsarts Bezwaar en Beroep (B&B) van 26 februari 2024 en 11 juni 2024 en de arbeidsdeskundige B&B van 12 juni 2024.
Toetsingskader
4. Bij de aanvraag van een Wajong-uitkering wordt beoordeeld of de aanvrager aangemerkt kan worden als jonggehandicapte. Iemand is volgens de Wajong 2015 jonggehandicapte als hij: ‘…als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, duurzaam geen mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie.’ Dit betekent dat een arts of een andere medisch deskundige heeft vastgesteld dat de aanvrager door een medische oorzaak niet kan werken en dat dat ook duurzaam, dus blijvend is.
4.1.
Om een Wajong-uitkering te kunnen krijgen is dus vereist dat de aanvrager geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (arbeidsvermogen) heeft en dat het ontbreken van dat arbeidsvermogen duurzaam is. Duurzaam betekent dat er geen mogelijkheden zijn om arbeidsvermogen te ontwikkelen.
4.2.
De aanvrager heeft geen arbeidsvermogen als hij :
( a) geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
( b) niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
( c) niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur, of;
( d) niet ten minste vier uur per dag belastbaar is.
De beoordeling van het arbeidsvermogen is gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en een arbeidskundig onderzoek.
Het standpunt van eiseres
5. Eiseres vindt dat zij recht heeft op een Wajong-uitkering. Eiseres voert aan dat zij niet vier uur per dag en een uur aaneengesloten belastbaar is. Ook beschikt zij niet over basale werknemersvaardigheden. Eiseres heeft een aantal baantjes gehad die allemaal na korte tijd zijn beëindigd. Zij heeft dus geen enkele werkervaring. Zij heeft leerproblemen die haar ook parten spelen bij het uitvoeren van werkzaamheden. Eiseres moet altijd worden aangespoord en heeft moeite met wisselende uitvoeringsomstandigheden. Zij moet ver van te voren en uitgebreid worden voorbereid op nieuwe dingen en kan maar moeilijk instructies begrijpen, onthouden en uitvoeren. Haar aanvraag om een beschutte werkplek is door [naam] afgewezen. Eiseres verwacht niet dat zij in de toekomst een taak zal kunnen uitvoeren. Zij vindt dat het UWV onvoldoende heeft gemotiveerd dat zij arbeidsvermogen zal kunnen ontwikkelen.
De redenen voor de beslissing van de rechtbank
De zorgvuldigheid van het onderzoek
6. Eiseres heeft in beroep niets aangevoerd over de zorgvuldigheid van het onderzoek. Gelet op de onderzoeksactiviteiten die door de (verzekerings)artsen zijn verricht is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De (verzekerings)artsen hebben duidelijk, begrijpelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zij tot hun beoordeling zijn gekomen. Ook vloeien hun conclusies logisch voort uit de onderzoeksbevindingen.
De voorwaarden voor arbeidsvermogen
7. Partijen zijn het met elkaar eens dat het arbeidsvermogen van eiseres ontbreekt, omdat zij geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie. Maar eiseres stelt ook dat zij niet over basale werknemersvaardigheden beschikt, niet ten minste een uur aaneengesloten kan werken en niet ten minste vier uur per dag belastbaar is. De rechtbank volgt eiseres daar niet en zal dat hierna toelichten.
7.1.
De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B in haar rapport voldoende heeft toegelicht waarom zij eiseres, ondanks haar beperkingen, in staat acht om vier uur per dag te kunnen werken. De verzekeringsarts B&B legt uit waarom er aan de ene kant wel reden is om een urenbeperking te stellen. Er is sprake van overvraging omdat eiseres de informatie van de wereld niet goed kan ordenen. Ze overziet het snel niet goed meer en dat maakt haar angstig. Daardoor kost het leven haar meer energie dan haar leeftijdsgenoten. Dat uit zich in het zoeken naar rust. Van eiseres kan niet worden verwacht dat zij acht uur per dag inzetbaar is. Daarna legt de verzekeringsarts B&B uit dat er aan de andere kant niet is gebleken dat de rustbehoefte zodanig is dat eiseres niet vier uur per dag inzetbaar is. Zij heeft immers wel schooldagen doorlopen, volgt televisieseries, speelt spelletjes en gaat mee op uitjes. Bij voldoende aangepast werk mag dan ook van haar worden verwacht dit vier uur per dag vol te houden. Daarbij weegt volgens de verzekeringsarts B&B zwaar dat het niet noodzakelijk is om de vier uur aaneengesloten te verrichten.
7.2.
De verzekeringsarts B&B heeft ook voldoende gemotiveerd dat eiseres een uur aaneengesloten een taak kan verrichten. Zij weegt daarbij mee dat er geen sprake is van een medisch beeld waardoor eiseres beperkt is in de aandacht, concentratie of geheugen of dat er sprake is van onbedwingbaar gedrag. Zij legt uit dat uit de stukken van school en uit het onderzoek door de verzekeringsartsen van het UWV niet blijkt dat de aandacht niet vastgehouden kan worden. Eiseres is wel snel overvraagd en krijgt hierop een sterke mentale en fysieke reactie waardoor afleiding optreedt. Als echter rekening wordt gehouden met het niveau van eiseres, is er volgens de verzekeringsarts B&B geen probleem in het vasthouden van aandacht of concentratie te verwachten. De verzekeringsarts B&B geeft aan dat eenzelfde beeld wordt gezien voor het geheugen. Door een leerstoornis wordt bij eiseres nieuwe informatie moeizaam opgeslagen. Bij taken op niveau is er echter geen sprake van een verstorend geheugen probleem. Ten slotte schrijft de verzekeringsarts B&B dat er alleen onbedwingbaar gedag is bij overvragen en dat daarvoor ook geldt dat dit er niet voor zorgt dat eiseres niet een uur aaneengesloten een taak kan verrichten als rekening wordt gehouden met haar beperkingen.
7.3.
De rechtbank is ten slotte van oordeel dat de verzekeringsarts B&B en de arbeidsdeskundige B&B voldoende hebben uitgelegd dat eiseres over basale werknemersvaardigheden beschikt. De verzekeringsarts B&B onderkent dat eiseres op diverse aspecten van het functioneren die hiermee samenhangen beperkt is. Het betreft het ontwikkelen van vaardigheden, zelfstandig ondernemen van een taak, communiceren en interacties en relaties kunnen aangaan. Maar volgens haar kan niet gesteld worden dat eiseres hier in het geheel niet toe in staat is. De arbeidsdeskundige B&B heeft de basale werknemersvaardigheden verder beoordeeld. Hij legt uit dat eiseres in staat is om eenvoudige handelingen te verrichten. Wel is er veel tijd nodig om deze taken aan te leren. Eiseres heeft daarbij begeleiding en bijsturing nodig. Dat betekent volgens de arbeidsdeskundige B&B dat eiseres in de basis wel in staat is om opdrachten van een werkgever te begrijpen, onthouden en uit te voeren, mits die taken eenvoudig zijn en herhalend, goed zijn aangeleerd en begeleiding aanwezig is in de bijsturing.
7.4.
Dat wat eiseres heeft aangevoerd, geeft geen aanleiding om te twijfelen aan deze motivering. Uit de omstandigheid dat het eiseres eerder niet is gelukt haar werk bij verschillende supermarkten en een drogisterij vol te houden, kan niet de conclusie worden getrokken dat zij niet voldoet aan de voorwaarden voor arbeidsvermogen. Bij deze voorwaarden wordt namelijk uitgegaan van werk dat past bij de belastbaarheid van eiseres, terwijl het werk dat eiseres eerder deed niet passend was. Uit de stelling dat [naam] de aanvraag van eiseres voor een beschutte werkplek heeft afgewezen, kan de rechtbank ook niet afleiden dat eiseres niet vier uur per dag belastbaar is, niet een uur aaneengesloten kan werken en niet over basale werknemersvaardigheden beschikt. Eiseres heeft namelijk niet uitgelegd wat de reden voor de afwijzing was. Dat eiseres aansturing nodig heeft, dat het voor haar moeilijk is om instructies te begrijpen, onthouden en uit te voeren en dat zij diverse andere beperkingen heeft, is door het UWV erkend en daar is rekening mee gehouden. Zo heeft de arbeidsdeskundige in kaart gebracht welke voorwaarden voor het functioneren in werk en in een werkomgeving nodig zijn. De inleertijd is bijvoorbeeld langer en de wijze van instructies moeten worden aangepast en er is veel herhaling nodig. Maar dat maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat sprake is van een dusdanige situatie dat niet langer kan worden aangenomen dat sprake is van basale werknemersvaardigheden. De mate van begeleiding die eiseres nodig heeft, staat daaraan ook niet in de weg. [2]
De duurzaamheid van het ontbreken van arbeidsvermogen
8. Duurzaamheid op grond van de Wajong wordt aangenomen in een situatie waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet meer kunnen ontwikkelen. Daarvan is sprake als iemand geen perspectief meer heeft op ontwikkeling en herstel is uitgesloten. Als het UWV stelt dat duurzaamheid ontbreekt, hoeft het UWV niet te onderbouwen dat iemand in de toekomst zal beschikken over arbeidsvermogen. Het UWV moet in zo’n geval wel aannemelijk maken dat de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich in de toekomst op dusdanige wijze kunnen ontwikkelen dat niet uitgesloten is dat op termijn arbeidsvermogen zal kunnen ontstaan. Daarbij zijn de bestaande mogelijkheden tot verbetering van de belastbaarheid, verdere ontwikkeling en toename van bekwaamheden van belang. [3]
8.1.
De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat het UWV onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiseres arbeidsvermogen zal kunnen ontwikkelen. De verzekeringsarts B&B wijst erop dat eiseres in het verleden vaardigheden heeft aangeleerd en dat dit proces nog niet is afgerond. Eiseres wordt namelijk nog begeleid naar een meer zelfstandige woonomgeving en dat kan tot effect hebben dat eiseres meer taken zelfstandig kan uitvoeren, minder vaak hulp hoeft te vragen en begeleiding niet continu bij haar hoeft te zijn. Zij merkt ook op dat het kan bijdragen aan het ontwikkelen van zelfvertrouwen en vaardigheden als sociale omgang, communicatie, overzicht en planning wanneer eiseres wordt ingezet op passende werkzaamheden. Ten slotte kan de behandeling bij [naam] bijdragen aan de stressklachten die eiseres ondervindt bij overprikkeling. De arbeidsdeskundige B&B heeft hieraan toegevoegd dat de ontwikkeling die eiseres door kan maken, maakt dat het in de toekomst wel mogelijk zal zijn om binnen het takenbestand een passende taak te selecteren.
8.1.
De rechtbank is van oordeel dat het UWV met deze motivering aannemelijk heeft gemaakt dat eiseres zich op zodanige wijze kan ontwikkelen dat op termijn arbeidsvermogen kan ontstaan. Het UWV heeft daarbij oog gehad voor de ontwikkelingen die eiseres kan doormaken en welk effect dat kan hebben op haar belastbaarheid en bekwaamheden. De rechtbank heeft geen aanleiding om aan de motivering van het UWV te twijfelen. Tijdens de zitting is namelijk ook gebleken dat de begeleiding van eiseres niet is gericht op stabilisatie, maar op het vergroten van haar zelfstandigheid en het verminderen van de mate van begeleiding. Dat leidt de rechtbank af uit het gegeven dat toegewerkt wordt naar een woonsituatie waarin minder begeleiding aanwezig is. De rechtbank komt daarmee tot de conclusie dat er op dit moment geen sprake is van een situatie waarin geen perspectief meer is op ontwikkeling.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen Wajong-uitkering krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G. de Jong, rechter, in aanwezigheid van
E.H.J.M.T. van der Steen, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 11 april 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.

Voetnoten

1.Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
2.Zie bijvoorbeeld ook ECLI:NL:CRVB:2022:898