ECLI:NL:RBOBR:2025:2345
Rechtbank Oost-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van vrijstaande woning in 's-Hertogenbosch
Op 9 april 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak betreffende de waardering van een vrijstaande woning. Eiser, eigenaar van de woning, had beroep ingesteld tegen de WOZ-waarde die door de heffingsambtenaar van de gemeente 's-Hertogenbosch was vastgesteld op € 1.203.000 per waardepeildatum 1 januari 2022. De heffingsambtenaar had deze waarde onderbouwd met een waardematrix en vergelijkingsobjecten. Tijdens de zitting op 9 april 2025 heeft de rechtbank de argumenten van eiser gehoord, waaronder de claim dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met de toestand van de woning, zoals de verouderde keuken en badkamer. De rechtbank oordeelde echter dat de heffingsambtenaar voldoende had aangetoond dat de WOZ-waarde niet te hoog was vastgesteld. Nieuwe argumenten die eiser op de zitting naar voren bracht, werden buiten beschouwing gelaten omdat deze in strijd waren met de goede procesorde. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat partijen het recht hebben om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.