ECLI:NL:RBOBR:2025:2708
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde van een appartement en de toepassing van de vergelijkingsmethode
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 27 maart 2025, wordt de WOZ-waarde van een appartement in Eindhoven beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 263.000 voor het kalenderjaar 2023, wat door eiser werd betwist. Eiser, eigenaar van de woning, stelde dat de waarde te hoog was en dat er onvoldoende rekening was gehouden met de toestand van de woning, waaronder een gedateerde keuken en badkamer. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De rechtbank volgde de argumentatie van de heffingsambtenaar, die de waarde had onderbouwd met een taxatierapport waarin de vergelijkingsmethode was toegepast. Eiser had niet voldoende bewijs geleverd om zijn stellingen te onderbouwen, en de rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar adequaat rekening had gehouden met de relevante factoren. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, wat betekende dat hij geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving.