ECLI:NL:RBOBR:2025:3247
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van een rijksmonumentale woning in Oirschot
Op 27 mei 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak over de WOZ-waarde van een rijksmonumentale woning. Eiser, eigenaar van de woning, had beroep ingesteld tegen de WOZ-beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Oirschot, die de waarde per 1 januari 2023 had vastgesteld op € 854.000. Eiser betwistte deze waarde en voerde aan dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met de staat van de woning, die beschadigd was door gemeentelijke wegwerkzaamheden. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was en dat de vergelijkingsmethode correct was toegepast. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat eiser niet had aangetoond dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met de door hem gestelde waardevermindering. De rechtbank wees erop dat het aan eiser was om feiten en omstandigheden te bewijzen die tot een lagere waardering zouden leiden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.