ECLI:NL:RBOBR:2025:969
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning en de toepassing van de vergelijkingsmethode door de heffingsambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 20 februari 2025, in de zaak met nummer SHE 24/456, werd de WOZ-waarde van een woning in Eindhoven beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 758.000 voor het kalenderjaar 2023, maar na bezwaar werd deze verlaagd naar € 728.000. Eiser, de eigenaar van de woning, stelde beroep in tegen deze uitspraak op bezwaar. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar voldoende rekening had gehouden met de onderhoudstoestand en het duurzaamheidsniveau van de woning, en dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd om zijn stellingen te onderbouwen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.