ECLI:NL:RBOBR:2025:972
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde van een woning en de vergelijkingsmethode door de rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 20 februari 2025, in de zaak met nummer SHE 24/894, wordt de WOZ-waarde van een woning beoordeeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Waalre had de WOZ-waarde vastgesteld op € 415.000 voor het kalenderjaar 2023. Eiser, eigenaar van de woning, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, die de waarde had gehandhaafd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. De rechtbank heeft geen zitting gehouden omdat partijen daarmee instemden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde heeft onderbouwd met een taxatierapport, waarin de vergelijkingsmethode is toegepast. Eiser betwistte de waarde en wees op de verouderde staat van de keuken en badkamer, maar de rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende rekening had gehouden met deze aspecten. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.