ECLI:NL:RBOVE:2014:1337
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.F. Bijloo
- D.H. Harbers
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Gelijkstellingsregeling arbeidsuren in het kader van de Werkloosheidswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 17 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die werkzaam was bij Postillon Hotels B.V. en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het UWV waarin werd vastgesteld dat hij met ingang van 3 juni 2013 geen recht had op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) vanwege een fictieve opzegtermijn van vier maanden. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst van de eiser per 1 juni 2013 was ontbonden door de kantonrechter, en dat de opzegtermijn van vier maanden in acht genomen diende te worden. De eiser, die lid was van de Ondernemingsraad, voerde aan dat de toepassing van de Gelijkstellingsregeling arbeidsuren hem in een nadelige positie bracht ten opzichte van zijn collega’s. De rechtbank oordeelde echter dat de Gelijkstellingsregeling op juiste wijze was toegepast en dat de ongelijkheid niet voortkwam uit een onjuiste toepassing van de regeling, maar uit de ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder rekening te houden met de opzegtermijn.
De rechtbank concludeerde dat de eiser niet kon worden beschermd tegen de gevolgen van de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst, en dat de toepassing van de Gelijkstellingsregeling arbeidsuren door het UWV op goede gronden was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat hoger beroep open voor belanghebbenden.