1.Een bestuursorgaan is bevoegd om handhavend op te treden middels het opleggen van een last onder dwangsom indien er sprake is van een overtreding, zijnde een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift (artikel 125 Gemeentewet juncto artikelen 5:4 en 5:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). De last wordt opgelegd aan de overtreder (artikel 5:32, eerste lid, van de Awb). Onder overtreder wordt verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt (artikel 5:1, tweede lid, van de Awb).
Artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) bepaalt, voor zover van belang, dat het verboden is zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan.
De bestemming van het perceel is geregeld in het bestemmingsplan “Raalte kern”. Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 28 januari 2010.
Ingevolge het bestemmingsplan “Raalte kern” rust op het perceel de bestemming “Cultuur en ontspanning”. Deze gronden zijn bestemd voor, voor zover van belang, cultureel-educatieve doeleinden (artikel 6.1 van dit bestemmingsplan). De term ‘cultureel-educatief’ is niet nader gedefinieerd in dit bestemmingsplan.
Artikel 1.34 van dit bestemmingsplan bepaalt dat onder gebruiken mede wordt verstaan het in gebruik geven en het laten gebruiken.
Artikel 35.2 onder a van het bestemmingsplan “Raalte kern” bepaalt dat het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestaat op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Onderdeel d van dit artikel bepaalt dat het bepaalde onder a. niet van toepassing is op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het voorheen geldende bestemmingsplan betrof het bestemmingsplan “Blekkerhoek 1996”. Dit bestemmingsplan is op 28 januari 1997 vastgesteld en op 1 april 1997 in werking getreden.
Ingevolge het bestemmingsplan “Blekkerhoek 1996” rust op het deel van het perceel alwaar het verenigingsgebouw is gesitueerd, de bestemming “Maatschappelijke doeleinden” met als nadere aanduiding “Mw”. Deze gronden zijn bestemd voor maatschappelijke doeleinden in de categorie welzijnsvoorzieningen (artikel 4.1 van dit bestemmingsplan).
Artikel 4.3.1 van dit bestemmingsplan bepaalt dat het verboden is de in dit artikel bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming.
Artikel 1, onder t, van dit bestemmingsplan bepaalt dat onder gebruiken mede wordt verstaan het in gebruik geven en het laten gebruiken.
Artikel 13.2, eerste lid, van dit bestemmingsplan bepaalt dat het gebruik van de gronden en/of bouwwerken dat strijdig is met het plan op het tijdstip waarop het plan van kracht wordt, mag worden voortgezet.
Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat wijziging van het strijdige gebruik van de gronden en/of bouwwerken is verboden, tenzij het gewijzigde gebruik niet in meerdere mate afwijkt van het plan.
In het daarvoor geldende bestemmingsplan waren geen bepalingen met betrekking tot (gebruiks)overgangsrecht opgenomen.