ECLI:NL:RBOVE:2014:1835
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van het verstrekken van asieldossierstukken en de beoordeling van de Wob-verzoeken
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 9 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. H. van Drunen, en het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) over de weigering om stukken uit een asieldossier te verstrekken. Eiser had op 3 september 2012 een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om toegang te krijgen tot zijn asieldossier. Dit verzoek werd door het COA afgewezen, waarna eiser bezwaar maakte en uiteindelijk beroep instelde tegen het uitblijven van een besluit op zijn bezwaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat het COA op 28 juni 2013 alsnog een beslissing op het bezwaar heeft genomen, waardoor het beroep tegen het uitblijven van een beslissing niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat het COA in redelijkheid had kunnen besluiten om bepaalde informatie, zoals de nationaliteit en andere identificerende kenmerken van de vreemdeling, niet openbaar te maken, omdat dit een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zou vormen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de weigering om bepaalde documenten te verstrekken, zoals de taalanalysetest, gerechtvaardigd was op grond van de Wob. Eiser werd in het gelijk gesteld wat betreft de proceskosten, die door het COA moesten worden vergoed, evenals het griffierecht. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en de mogelijkheid tot hoger beroep aangegeven.