Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser],
de burgemeester van Steenwijkerland, gevestigd te Steenwijk, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
- ruim 10,5 kilogram cocaïne,
- materialen: crêpepapier, filters, transportzeil, taperollen,
- verschillende vaten en emmers met chemicaliën.
- vuilniszakken met afval (koolstof, vochtvreters en gebruikte filters, piepschuim),
- drie lege vaten met restanten vloeistof.
- ruim 8 kilo cocaïne,
- restanten cocaïne in diverse gebruiksvoorwerpen,
- chemicaliën (80 liter Hexaan, ruim 250 liter Aceton, 75 liter zoutzuur, 60 liter Ethielaccetaat, flessen met ammoniak en ethanol, zakken met soda, zak met lijmachtige substantie en lakmoespapier, jerrycan met negen liter diesel, vaten met restanten koolstof, 20,5 kilogram Norit (koolstof)).
- Gebruiksvoorwerpen (3 verwarmingselementen 220 Volt, diverse teiltjes en emmers met restanten chemicaliën, boterhamzakjes, folie, crêpepapier, vacuümzakken, poetsrollen, houten frame met filteropstelling van vier filters, verschillende kunststof kokers met restanten cocaïne.”
Daarentegen is de rechtbank desgevraagd een op 4 maart 2014 op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van de politie toegestuurd. De rechtbank is daaruit gebleken dat hetgeen in het besluit van 11 december 2012 is vermeld overeenkomt met dat wat thans in het ambtsedig opgemaakte proces-verbaal is opgenomen. De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van het ambtsedig opgemaakte proces-verbaal van 4 maart 2014, zodat naar het oordeel van de rechtbank, verweerder van de juiste feiten is uitgegaan.
De rechtbank overweegt dat de burgemeester bij de uitoefening van zijn bevoegdheid op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet beschikt over beleidsvrijheid. Dat betekent dat een besluit waarbij gebruik is gemaakt van die bevoegdheid, door de rechtbank met terughoudendheid getoetst moet worden. De rechtbank acht in dit verband wel van belang dat het, met name wanneer het een woning betreft die daadwerkelijk bewoond wordt, een zeer ingrijpende bevoegdheid is.
Blijkens de stukken en het verhandelde ter zitting heeft de burgemeester ter uitvoering van zijn bevoegdheid uit artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet geen beleid vastgesteld.