ECLI:NL:RBOVE:2015:231
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor uitbreiding horecagelegenheid wegens gevaar van gebruik voor strafbare feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 14 januari 2015 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning voor het vergroten van een horecagelegenheid in Enschede. Eiser, de eigenaar van het pand, had op 26 mei 2013 een vergunning aangevraagd voor de uitbreiding van zijn restaurant. De gemeente Enschede weigerde deze vergunning op 30 januari 2014, met als argument dat er ernstig gevaar bestond dat de vergunning zou worden gebruikt voor het faciliteren van strafbare feiten, zoals illegale gokactiviteiten. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar de gemeente handhaafde haar standpunt in een bestreden besluit van 27 juni 2014.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente onvoldoende heeft gemotiveerd waarom zij van het advies van het landelijk Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (LBB) is afgeweken. Dit advies concludeerde dat er een redelijk ernstig vermoeden was van betrokkenheid van eiser bij illegale gokpraktijken, maar dat de mate van betrokkenheid niet kon worden vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet voldoende had aangetoond dat er daadwerkelijk sprake was van ernstig gevaar dat de vergunning zou worden misbruikt voor strafbare feiten.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de gemeente opgedragen om opnieuw op het bezwaar van eiser te beslissen. Tevens is de gemeente veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 974,-. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige motivering bij het afwijken van deskundige adviezen in bestuursrechtelijke procedures.