ECLI:NL:RBOVE:2015:3796
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van WW-voorschotten in verband met inkomsten als zelfstandige
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 14 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres uit Enschede en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De eiseres ontving een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) en had in verband met haar inkomsten als zelfstandige een te hoog voorschot ontvangen. Het UWV vorderde een bedrag van € 4.496,70 terug. Eiseres was van mening dat het UWV onvoldoende informatie had verstrekt over de verrekening van haar inkomsten en dat de terugvordering onevenredig was aan haar gerealiseerde winst.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV de terugvordering terecht heeft ingesteld. De rechtbank oordeelde dat de informatievoorziening door het UWV voldoende was, ondanks dat niet expliciet was vermeld welke verrekeningsmethodiek werd gehanteerd. De rechtbank benadrukte dat eiseres zelf verantwoordelijk was voor het inwinnen van informatie over de regelgeving omtrent de verrekening van inkomsten als zelfstandige. De rechtbank volgde het standpunt van het UWV dat de MKB-vrijstelling en de ondernemersaftrek bij de berekening van de inkomsten betrokken moesten worden.
Eiseres had ook een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel, maar de rechtbank oordeelde dat het UWV niet gehouden was om fouten uit het verleden te herhalen. De rechtbank concludeerde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van uitkeringsgerechtigden om zich te informeren over de regels die van toepassing zijn op hun situatie.