In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 20 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, wonende te Oosterbeek, en de heffingsambtenaar van de gemeente Steenwijkerland. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een beschikking van de heffingsambtenaar en stelde dat zij recht had op een vergoeding van de kosten van taxatierapporten die zij in bezwaar had ingediend. De heffingsambtenaar had echter slechts een gedeeltelijke vergoeding van € 488,- toegekend, wat eiseres niet voldoende vond.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde van eiseres op 4 december 2015 een e-mail met bijlagen had verzonden, maar dat deze e-mail niet was ontvangen door de heffingsambtenaar omdat de totale grootte van de e-mail inclusief bijlagen meer dan 20 MB was, terwijl het protocol van de gemeente Steenwijkerland een maximum van 10 MB hanteert. De rechtbank oordeelde dat het risico van het niet ontvangen van de e-mail voor rekening van eiseres kwam, aangezien zij op de hoogte had kunnen zijn van de beperkingen van de e-mailserver.
De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar de proceskosten in bezwaar correct had vastgesteld en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. J.W.M. Bunt, rechter, en de beslissing is openbaar uitgesproken.