Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek/wijziging van eis
- de conclusie van dupliek
- de akte uitlating van de man
- de akte uitlating van de vrouw.
2.De feiten en het geschil
(rechtbank: betrekking hebbend op het (rechtsgeldig) sluiten van het huwelijk tussen partijen)in het geding heeft gebracht die naar de man stelt vals zijn - wat daar ook van zij - niet volgt dat de vrouw bedrog zou hebben gepleegd.’
3.De beoordeling
wist van de valsheidvan die stukken en of haar
opzetwas gericht op het
overleggenvan
bescheiden waarvan de vrouw wist dat die stukken vals waren. Laatstgenoemde vraag beantwoordde het hof ontkennend, mede in het licht van het gegeven dat partijen zelf veertig jaar lang meenden rechtsgeldig gehuwd te zijn geweest.
met opzet bedrogheeft gepleegd. (Ook) het ontbreken dan wel niet meer voorhanden zijn van door de Pakistaanse ambassade mogelijk niet correct gearchiveerde en niet gedigitaliseerde originele stukken, is daarmee niet van betekenis. Een en ander leidt ertoe dat de vordering van de man voor dadelijke afwijzing gereed ligt.
nodeloosgevoerde procedure door de man en de onderhavige procedure niet leidt tot een ander oordeel dan het oordeel dat het hof reeds tot tweemaal toe formuleerde en waartegen de man om hem moverende redenen (ook) geen cassatie instelde, zal de man worden veroordeeld in de proceskosten en zal de rechtbank uitdrukkelijk afzien van een gebruikelijke compensatie van proceskosten, waartoe rechters in familiezaken plegen over te gaan ongeacht de uitkomst van de procedure.