In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel geoordeeld over een geschil tussen een recyclingbedrijf uit Staphorst en de gemeente Staphorst. Het bedrijf had afval gestort op een openbare weg, wat leidde tot een last onder bestuursdwang van de gemeente om het afval te verwijderen. De rechtbank oordeelde dat de gemeente had moeten onderzoeken of het bedrijf meer tijd had mogen krijgen om het afval op te ruimen, gezien de familieomstandigheden van de eigenaar van het bedrijf. De rechtbank stelde vast dat de gemeente onzorgvuldig had gehandeld door het verzoek om uitstel zonder verder onderzoek af te wijzen. De rechtbank verklaarde het beroep van het bedrijf gegrond en vernietigde het bestreden besluit van de gemeente. Tevens werd het primaire besluit herroepen, omdat het gebrek niet kon worden hersteld in een nieuw besluit op bezwaar. De rechtbank veroordeelde de gemeente tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan het bedrijf. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in bestuursprocedures, vooral wanneer persoonlijke omstandigheden van betrokkenen in het geding zijn.