Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
,gevestigd en katoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
- Door de dramatische val in opdrachten en dus bezettingsgraad is […] ton verdampt.
- Met de huidige bezettingsgraad verliezen we [….] ton per maand.
- Met onze huidige liquide middelen […] houden dat nog […] maanden vol. Daarna moeten we het hebben van de financiering uit het pand. De komende tijd gaan wij met de bank praten om die financiering te krijgen.
3.Het geschil
"een opleiding is die uitsluitend kan worden gevolgd als een arbeidsovereenkomst is aangegaan";
"de arbeidsovereenkomst is aangegaan om de werknemer in de gelegenheid te stellen die opleiding te volgen en na afronding van die opleiding, of na tussentijdse beëindiging daarvan, niet, of met een tussenpoos van meer dan zes maanden, wordt voortgezet";
"kosten verband houdende met het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer die tijdens de arbeidsovereenkomst zijn gemaakt",te weten ten behoeve van een functie als overheidsmanager buiten de Stichting, na afloop van het dienstverband met de Stichting.
4.De beoordeling
Kamerstukken I2013/14 C p. 73). De kosten van functie specifieke scholing,
ook als die zijn gemaakt ter bevordering van de duurzame inzetbaarheid binnen de organisatie zijn niet[
onderstreping door de kantonrechter], van de transitievergoeding aftrekbaar. Dergelijke kosten is de werkgever reeds gehouden te dragen uit hoofde van het goed werkgeverschap. Dit past ook bij het nieuwe artikel 7:611a BW (
Kamerstukken I2013/14, 33818, C p. 85).
Kamerstukken II2013/14, 33818, 3, p. 38-42 en Boot c.s., Parl. Geschiedenis Wet werk en zekerheid, Bju, pag. 747).
van artikel 7:673 BW, ktr) wordt geregeld dat, onder nader bij algemene maatregel van bestuur te bepalen voorwaarden, bepaalde tijdens het dienstverband gemaakte kosten kunnen worden afgetrokken van het uiteindelijk verschuldigde bedrag aan transitievergoeding op grond van het tweede lid. Hiermee bewerkstelligt de transitievergoeding tevens een prikkel voor de werkgever om ook tijdens het dienstverband te blijven investeren in de bredere ontwikkeling en opleiding van zijn werknemers, met het oog op hun eventuele toekomstige arbeidsmarktpositie. Het dient hierbij niet te gaan om kosten voor bijvoorbeeld scholing die benodigd is voor de functie die de werknemer bij de werkgever uitoefent."
Kamerstukken II2013/14, 33818, 3, p. 110-113 en Boot c.s., Parl. Geschiedenis Wet werk en zekerheid, Bju, pag, 754).
nabeëindiging van het dienstverband met werkgever en het niet gaat om kennis en/of vaardigheden die
inde functie die werknemer bij werkgever uitoefent 'van waarde' zijn. Het gaat om andere kennis en/of vaardigheden. De kantonrechter duidt de hier bedoelde inzetbaarheidskosten verder aan als 'inzetbaarheidskosten in enge zin'.
- een werknemer die als timmerman werkzaam is en in de avonduren een MBO opleiding tot lasser volgt met als doel zijn inzetbaarheid buiten de organisatie van de werkgever te bevorderen;
- een accountant die een cursus coachingsvaardigheden wil volgen, terwijl zijn huidige functie daartoe geen aanleiding geeft;
- een baliemedewerker die, met het oog op zijn inzetbaarheid buiten de organisatie van de werkgever, graag een cursus wil doen om te werken aan zijn persoonlijke profilering.