In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 1 februari 2017 uitspraak gedaan over de intrekking van de APK-erkenning en keuringsbevoegdheid van verzoeker, eigenaar van Autobedrijf [naam 1] te Zwolle. De intrekking vond plaats naar aanleiding van incidenten van verbale agressie en intimidatie tijdens een steekproefcontrole door de RDW op 18 juli 2016. Verweerder, de directie van de Dienst Wegverkeer, had eerder op 18 augustus 2016 de erkenning en keuringsbevoegdheid ingetrokken, wat leidde tot een beroep van verzoeker. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedragingen van verzoeker en zijn broer, die zich als erkenninghouder voordeden, niet alleen onheus waren, maar ook de medewerking aan de steekproef in gevaar brachten. De rechter concludeerde dat de intrekking van de erkenning en keuringsbevoegdheid gerechtvaardigd was, maar dat verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom deze sancties proportioneel waren. De beroepen werden gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en verweerder werd opgedragen om opnieuw op de bezwaren te beslissen. Tevens werden de verzoeken om voorlopige voorzieningen niet-ontvankelijk verklaard en werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en griffierechten aan verzoeker.