In deze zaak vordert de werkgever, Scooters Bonaire, schadevergoeding van de voormalig werknemer, [gedaagde], wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn zoals vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. De werknemer was per 4 november 2016 in dienst getreden, maar heeft zich op 3 januari 2017 ziek gemeld en vervolgens op 9 januari 2017 per WhatsApp zijn ontslag ingediend. De werkgever stelt dat de werknemer zich niet heeft gehouden aan de afgesproken opzegtermijn van twee maanden, wat leidt tot een vordering van USD 13.500,00 aan schadevergoeding. Daarnaast vordert de werkgever terugbetaling van een openstaande lening en kosten voor ticket en verblijf.
De kantonrechter oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is, gezien de interregionale aard van de zaak en de keuze voor Nederlands recht door beide partijen. De vordering tot schadevergoeding wordt toegewezen, maar de kantonrechter stelt het bedrag vast op € 2.580,28, in plaats van het door de werkgever gevorderde bedrag. De kantonrechter wijst ook de vordering tot terugbetaling van de lening en de kosten voor ticket en verblijf toe, tot een totaalbedrag van € 5.246,00, te vermeerderen met wettelijke rente.
In reconventie vordert de werknemer de teruggave van gereedschappen die bij de werkgever zijn achtergebleven. De kantonrechter wijst deze vordering toe, maar onder de voorwaarde dat de werknemer de verzendkosten vooraf betaalt. De proceskosten worden tussen partijen gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 22 mei 2018 door kantonrechter S.J.S. Groeneveld-Koekkoek.