ECLI:NL:RBOVE:2018:3237
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.F. Bijloo
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting met betrekking tot fokactiviteiten van raskatten
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 6 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Enschede. Eiseres had een bijstandsuitkering ontvangen, maar deze werd door verweerder ingetrokken met terugwerkende kracht tot 25 juli 2002. De intrekking was gebaseerd op het feit dat eiseres geen mededeling had gedaan van haar activiteiten als fokker van raskatten, wat volgens verweerder een schending van de inlichtingenverplichting opleverde. Eiseres ontkende deze schending en stelde dat haar activiteiten hobbymatig waren en geen significante inkomsten genereerden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres gedurende de relevante periode op geld waardeerbare activiteiten heeft verricht, zoals het fokken van raskatten en het geven van advies aan anderen over katten. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aan haar inlichtingenverplichting had voldaan, omdat zij deze activiteiten niet had gemeld bij verweerder. De rechtbank benadrukte dat het aan eiseres was om aan te tonen dat zij recht had op bijstand, wat zij niet kon doen vanwege het ontbreken van een deugdelijke administratie.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerder om de bijstandsuitkering in te trekken en de ten onrechte ontvangen uitkering terug te vorderen. De rechtbank oordeelde dat de intrekking en terugvordering niet in strijd waren met het vertrouwensbeginsel en dat de zesmaandenjurisprudentie niet van toepassing was, omdat eiseres relevante informatie had achtergehouden.