ECLI:NL:RBOVE:2021:3588

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 september 2021
Publicatiedatum
23 september 2021
Zaaknummer
ak_21_229
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgevingsvergunning voor herbouw van een schuur in Staphorst; beoordeling van welstandseisen

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 23 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een schuur aan de [adres 1] te Staphorst. Eiser, wonende aan de [adres 2], heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Staphorst, dat op 2 juli 2020 een omgevingsvergunning heeft verleend aan derde-partij, Maatschap [naam 1]. Eiser betwist dat de nieuwe schuur voldoet aan de redelijke eisen van welstand, met name omdat deze niet in de historische omgeving van Hamingen zou passen. De rechtbank heeft de zaak op 8 september 2021 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder, alsook vertegenwoordigers van de derde-partij aanwezig waren.

De rechtbank heeft overwogen dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft waarom de nieuwe schuur voldoet aan de redelijke eisen van welstand. De rechtbank heeft daarbij de adviezen van de welstandsorganisatie ‘Het Oversticht’ in aanmerking genomen, die bevestigden dat de nieuwe schuur qua hoofd- en kapvorm, materiaal, kleur en detaillering aansluit bij de omgeving. Eiser heeft echter aangevoerd dat de schuur niet past in de cultuurhistorische context van Hamingen en dat de welstandscriteria niet correct zijn toegepast. De rechtbank heeft deze argumenten verworpen en geconcludeerd dat de vergunning terecht is verleend, omdat de schuur voldoet aan de eisen van het bestemmingsplan en de welstandsnota. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 21/229

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

J [eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van Staphorst, verweerder,

gemachtigde: A. Hammenga.

Als derde-partij neemt aan het geding deel: Maatschap [naam 1] , te Hamingen.

Procesverloop

In het besluit van 2 juli 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder aan derde-partij een omgevingsvergunning verleend voor de herbouw van een schuur aan de [adres 1] te Staphorst.
In het besluit van 15 december 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 8 september 2021 op zitting behandeld. Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en door ir. R. Onderdelinden, werkzaam bij de welstandsorganisatie ‘Het Oversticht’. Derde-partij heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 1] en door [naam 2]

Overwegingen

Feiten
1.1
Eiser woont op het perceel aan de [adres 2] in Staphorst. [naam 1] is eigenaresse van het perceel aan de [adres 1] in Staphorst. Op beide percelen is het bestemmingsplan ‘Bestemmingsplan Buitengebied Staphorst’ (het bestemmingsplan) van toepassing.
1.2
Op 12 juni 2020 heeft [naam 1] een omgevingsvergunning aangevraagd voor de herbouw van een schuur op haar perceel. Na deze aanvraag is op 19 mei 2020 en 12 juni 2020 een welstandsadvies uitgebracht door Het Oversticht. In beide brieven is vermeld: “De dorpsbouwmeester heeft het plan beoordeeld op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de criteria zoals vermeld in de welstandsnota van de gemeente Staphorst”. Na deze adviezen is het primaire besluit genomen door verweerder.
1.3
In bezwaar heeft Het Oversticht nog een welstandsadvies uitgebracht op 27 augustus 2020, waarin onder andere is opgenomen dat op de herbouw van de schuur het ‘bijzonder welstandsregime’ uit de welstandsnota van de gemeente Staphorst van toepassing is. In het advies zijn de toetsingscriteria en de bevindingen van de dorpsbouwmeester opgenomen. Eiser heeft in bezwaar een contra-expertise overgelegd van 4 november 2020 van Hûs en Hiem Welstandsadvisering en monumentenzorg. Het Oversticht heeft bij e-mail van 16 november 2020 op de contra-expertise gereageerd.
Bestreden besluit
2.1
Verweerder legt aan het bestreden besluit ten grondslag dat de aangevraagde vergunning voor herbouw van de schuur niet in strijd is met het welstandsregime dat van toepassing is. Ter onderbouwing van dit standpunt verwijst verweerder naar de adviezen van Het Oversticht, in het bijzonder naar het advies van 27 augustus 2020 en de reactie van 16 november 2020 op de contra-expertise.
Het Oversticht past het bijzonder welstandsregime toe. Volgens Het Oversticht sluit de nieuwe schuur qua hoofd- en kapvorm, materiaal, kleur en detaillering aan bij het landelijke gebied en de nieuwere schuren in de omgeving, zoals de vergelijkbare schuur op het perceel van [naam 1] . In de motivering van het advies van 27 augustus 2020 staat daarnaast: “De voorgestelde zwarte gevelbeplating heeft een potdeksel- of rabatprofiel waarmee – op een eigentijdse wijze, passend bij de functie – een relatie gelegd wordt met zwarte houten schuren die van oudsher voorkwamen in deze omgeving”.
In de e-mail van 16 november 2020 wordt door Het Oversticht in aanvulling op het voorgaande aangegeven dat op pagina 73 van de welstandsnota suggesties voor materialen en kleuren gegeven zijn voor nieuwe schuren in het buitengebied, waar Hamingen ligt. De nieuwe schuur voldoet aan deze suggesties. De welstandsnota biedt bovendien ruimte voor nieuwe goede ideeën, aldus Het Oversticht.
Beoordeling door de rechtbank
3.1
De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat de nieuw te bouwen schuur niet in strijd is met de redelijke eisen van welstand. De rechtbank licht dat toe en betrekt daarbij het standpunt van eiser.
3.2
Eiser voert aan dat de schuur niet in de historische omgeving van Hamingen past. Hamingen is een historisch buurtschap. Door de cultuurhistorie is het bijzonder welstandsregime van toepassing. Volgens eiser wordt door Het Oversticht ten onrechte overwogen dat Hamingen tot het buitengebied behoort. Eiser meent dat Hamingen tot De Kernen behoort en daar zien de suggesties van pagina 73 van de welstandsnota niet op. Daar is daarom onterecht naar verwezen. In het welstandsadvies van 27 augustus 2020 zijn volgens eiser wel de juiste criteria geciteerd waaraan getoetst moet worden, maar deze zijn vervolgens niet duidelijk toegepast. Ook is in het advies geen onderscheid gemaakt tussen de stedenbouwkundige, architectonische en esthetische beoordeling, terwijl dat volgens eiser wel de bedoeling is. De adviezen die voor het primaire besluit zijn afgegeven bevatten geen enkele onderbouwing. Verder gaat de beoordeling van Het Oversticht alleen in op de kleur en profilering, maar niet op andere relevante aspecten zoals continuerend en contrasterend materiaalgebruik, detaillering en de toepassing van ornamenten en materiaal. De nieuwe schuur is bovendien veel groter dan de oude schuur en de dakgoot is hoger dan van de andere schuur. Eiser verwijst verder voor de onderbouwing van zijn standpunt naar het advies van Hûs en Hiem van 4 november 2020. In dat advies staat onder andere dat de nieuwe schuur op een korte afstand van de woning van eiser staat waardoor het grotere volume opvalt, ook vanaf de weg. Dat geldt ook voor de goothoogte. Door vorm en materiaal past de nieuwe schuur volgens Hûs en Hiem niet in de omgeving.
3.3
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de nieuwe schuur wel voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Verweerder verwijst daarbij naar het advies van Het Oversticht. Ter zitting heeft Onderdelinden namens Het Oversticht een nadere toelichting gegeven op de toetsing aan de welstandnota. Onderdelinden verklaart dat het niet uitmaakt of Hamingen tot De Kernen of tot het buitengebied behoort. Van belang is welk welstandsregime is toegepast en dat is juist geweest. De suggesties op pagina 73 van de welstandsnota zijn niet één op één van toepassing op Hamingen, maar kunnen wel als houvast dienen. Bovendien is een afzonderlijke behandeling van de verschillende criteria als genoemd in het advies van 27 augustus 2020 niet noodzakelijk. Alle criteria zijn beoordeeld en vervolgens beschrijvend getoetst in het advies. Het is gebruikelijk dat in eerste instantie alleen de toetst plaatsvindt, maar dit niet voor het primaire besluit op papier wordt gezet. De motivering volgt in bezwaar als daar aanleiding voor is. Ook een onderscheid tussen de verschillende beoordelingen is niet noodzakelijk. Onderdelinden wijst voor de inhoudelijke beoordeling op het vernieuwende beleid in de welstandsnota. Het gebruik van nieuwe en duurzame materialen wordt toegestaan en alleen grote missers worden tegengehouden. Bovendien kan een welstandsbeoordeling niet in de weg staan aan de bouw van een bouwwerk dat volgens het bestemmingsplan is toegestaan. In dit geval is het materiaal dat is voorgesteld door [naam 1] het meest luxe dat vaker gebruikt wordt voor herbouw. Bovendien heeft de andere bestaande schuur van [naam 1] hetzelfde uiterlijk. De contra-expertise kan niet gevolgd worden, omdat die onvoldoende rekening houdt met de ruimte die de welstandsnota biedt voor vernieuwing.
3.4
De rechtbank is van oordeel dat verweerder goed gemotiveerd heeft waarom de nieuwe schuur voldoet aan de redelijke eisen van welstand.
3.4.1
Verweerder heeft ter zitting voldoende gemotiveerd dat niet relevant is of Hamingen tot De Kernen of het buitengebied behoort. Relevant is welk welstandsregime van toepassing is. Vaststaat dat op Hamingen het bijzonder welstandsregime van toepassing is en dat verweerder dat regime ook heeft toegepast. Ook het gebruik van de suggesties voor materialen en kleuren kan naar het oordeel van de rechtbank goed als houvast gebruikt worden, omdat deze suggesties wel van toepassing zijn op de gehele omgeving van Hamingen.
3.4.2
Het is vaste rechtspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) dat een zogenoemd ‘stempeladvies’ voldoende is voor het verlenen van een vergunning. [1] Onderdelinden heeft onweersproken gesteld dat de aanvraag wel aan de welstandscriteria wordt getoetst voordat het primaire besluit wordt genomen. Ook het feit dat de afzonderlijke criteria niet puntsgewijs worden afgelopen, maakt het welstandsadvies en het daarop gebaseerde bestreden besluit niet onzorgvuldig. Uit de beschrijving van de bevindingen van Het Oversticht in het advies van 27 augustus 2020 blijkt dat de omgevingsvergunning aan de verschillende criteria getoetst is.
3.4.3
Ten aanzien van de inhoudelijke beoordeling is de rechtbank van oordeel dat verweerder haar standpunt goed onderbouwd heeft. Het is vaste rechtspraak van de RvS dat het college in beginsel mag afgaan op het advies van een deskundige als Het Oversticht als het advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering begrijpelijk is en de getrokken conclusies op de redenering aansluiten. Tenzij het advies naar inhoud of wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont dat het college dit niet - of niet zonder meer - aan zijn oordeel omtrent de welstand ten grondslag heeft mogen leggen, hoeft het overnemen van een welstandsadvies in beginsel geen nadere toelichting. Dit is anders als de aanvrager of een derde-belanghebbende een advies overlegt van een andere deskundig te achten persoon of instantie dan wel concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het advies, de begrijpelijkheid van de in het advies gevolgde redenering of het aansluiten van de conclusies daarop naar voren heeft gebracht. [2]
Onweersproken is dat de omvang en goothoogte van de schuur voldoet aan de regels van het bestemmingsplan. Verweerder heeft terecht gesteld dat het welstandsregime niet kan verbieden wat volgens het bestemmingsplan is toegestaan. De grootte van de schuur en de goothoogte kunnen daarom geen reden zijn om de aanvraag voor de omgevingsvergunning af te wijzen.
Ten aanzien van de andere criteria is de rechtbank van oordeel dat in het advies van 27 augustus 2020 voldoende wordt gemotiveerd dat de schuur binnen de omgeving past. Eiser meent dat alleen op kleur en profilering is gelet, maar in het advies staat dat de schuur ook qua hoofd- en kapvorm, materiaal en detaillering in de omgeving past. Eiser heeft gesteld dat een schuur in de oude stijl met een rieten dak en het gebruik van hout meer recht doet aan de cultuurhistorie van Hamingen. De rechtbank is van oordeel dat verweerder goed onderbouwd heeft dat de welstandsnota een vernieuwend beleid heeft en dat daarom ook andere materialen zijn toegestaan. Dat de schuur voorzien moet worden van een rieten dak en hout is daarom niet juist. In de profilering van het materiaal dat voor de schuur wordt gebruikt, wordt aansluiting gezocht bij de materialen die van oudsher gebruikt werden. De contra-expertise overtuigt de rechtbank niet, omdat daarin de nadruk wordt gelegd op de omvang van de schuur en de goothoogte. Deze aspecten zijn volgens het bestemmingsplan dus toegestaan. Verdere onderbouwing van de stelling dat de materiaalkeuze het bebouwingsbeeld onder druk zet en hoe zich dat verhoudt tot het progressieve beleid van de welstandsnota ontbreekt.
3.4.4
Eiser heeft ter zitting verklaard dat hij begrijpt waarom verweerder het bestreden besluit heeft genomen en dat hij de onderbouwing op zich ook goed vindt. Eiser meent echter dat op dezelfde manier beredeneerd kan worden dat de schuur niet past. Hij verzoekt de rechtbank dat te doen. De rechtbank heeft echter tot taak te toetsen of verweerder in redelijkheid tot haar besluit heeft kunnen komen. Als dat besluit goed onderbouwd is, is het niet aan de rechtbank om een ander besluit te nemen.
4. Het beroep is ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Scheeper, rechter, in aanwezigheid van M.W. Hulsman, griffier, op
De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na deze datum.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Bijlage: juridisch kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Artikel 2.1
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk,
[…]
Artikel 2.10
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, wordt de omgevingsvergunning geweigerd indien:
[…];
[…];
[…];
het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, met uitzondering van een tijdelijk bouwwerk dat geen seizoensgebonden bouwwerk is, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onder a, van de Woningwet, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de omgevingsvergunning niettemin moet worden verleend;
[…]