In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van Correct Uitzendgroep B.V. tegen de vaststelling van de tegemoetkoming op grond van de Tweede tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-2) beoordeeld. De rechtbank behandelt het beroep dat is ingediend tegen het besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarin de definitieve tegemoetkoming is vastgesteld op € 22.742,-. De rechtbank heeft de zaak op 22 februari 2023 behandeld, waarbij de directeur van eiseres via een beeldverbinding aanwezig was. De minister was vertegenwoordigd door E.A. van den Brink van het UWV.
De rechtbank concludeert dat de berekening van de subsidie niet correct is uitgevoerd, omdat de loonsom over de referentiemaand niet representatief is voor de werkelijke situatie van eiseres. Eiseres heeft een verloningssystematiek waarbij het loon per week wordt uitbetaald, terwijl de subsidie is berekend op basis van een vierwekelijkse loonsom. Dit heeft geleid tot een lagere tegemoetkoming dan waar eiseres recht op heeft. De rechtbank volgt de alternatieve berekening van eiseres, die uitkomt op een definitieve tegemoetkoming van € 26.939,-. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit, waarbij de terugvordering van € 10.157,- wordt vastgesteld.
De rechtbank overweegt verder dat de minister bij de vaststelling van de subsidie een belangenafweging moet maken, maar dat de gekozen oplossing in dit geval niet recht doet aan de specifieke situatie van eiseres. De rechtbank wijst erop dat de wetgever bij de NOW-regeling heeft gekozen voor een generiek karakter, maar dat dit niet betekent dat er geen ruimte is voor maatwerk in specifieke gevallen. De rechtbank concludeert dat de minister niet voldoende rekening heeft gehouden met de omstandigheden van eiseres, die buiten haar schuld is getroffen door de daling van de loonsom.