4.4Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen en hetgeen tijdens het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen gaat de rechtbank uit van de navolgende feiten en omstandigheden. De bewijsmiddelen worden, ook in hun onderdelen, slechts gebruikt ter bewijs van het feit of de feiten, waarop ze gezien hun inhoud in het bijzonder betrekking hebben.
De rechtbank zal ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis en het gegeven dat voor een deel dezelfde overwegingen in de zaken van de medeverdachten [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] zullen worden gehanteerd, in de navolgende bewijsoverwegingen verdachte en de medeverdachten bij hun achternaam noemen.
Aangetroffen dozen met Super Cobra 6 vuurwerk in de kelderbox aan het [adres 1]
Op 23 november 2022 zijn tijdens de doorzoeking van de kelderbox behorende bij de woning aan het [adres 1] onder meer aangetroffenen in beslag genomen:
- 1, met zwarte tape, dichtgeplakte doos met 15 verpakkingen van drie stuks (45) vuurwerk Super Cobra 6;
- 1, met zwarte tape, dichtgeplakte doos met 50 verpakkingen van drie stuks (150) vuurwerk Super Cobra 6;- 3 faciapakketten met een lading van respectievelijk 950 gram flitspoeder, 550 gram flitspoeder en 400 gram flitspoeder (in totaal ca. 1,9 kilogram).
Facia-pakketten worden zo aangeduid door de politie, omdat zij dergelijke zelfgemaakte explosieven vaak gebruikt hebben zien worden bij het met behulp van explosieven opblazen van touchscreens (voorzijde, of face, facia) van geldautomaten.
Categorisering van de aangetroffen Super Cobra’s 6 in de kelderbox aan het [adres 1]
Het in beslag genomen vuurwerk, Super Cobra 6, is op basis van het verrichte onderzoek aangemerkt als professioneel vuurwerk, zoals vermeld in lijst III van de Richtlijn voor Strafvordering Vuurwerkdelicten en de Richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten Halt.
Observaties en overige bevindingen
Uit de observaties die hebben plaatsgevonden in de avond en nacht van 22 op 23 november 2022en de uitgekeken camerabeeldenvolgt onder meer dat:
- [medeverdachte 1] en [verdachte] gezamenlijk onder meer verpakkingsmaterialen hebben gekocht bij Praxis en Jumbo en dat soortgelijke producten zijn aangetroffen in de woning van [medeverdachte 2];
- [medeverdachte 1] en [verdachte] omstreeks 20.10 uur in een door [verdachte] bestuurde Mitsubishi Colt zijn vertrokken vanuit de woning aan het [adres 1] ;
- de Mitsubishi Colt omstreeks 21.20 uur geparkeerd is aangetroffen op de Kloplaan in Utrecht;
- [medeverdachte 1] en [verdachte] omstreeks 21.25 uur in de Mitsubishi Colt zijn vertrokken vanaf de Kloplaan in Utrecht;
- [medeverdachte 1] en [verdachte] omstreeks 22.42 uur twee dozen - die op dat moment niet waren voorzien van zwarte tape - hebben binnengebracht in de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] aan het [adres 1] ;
- [medeverdachte 1] en [verdachte] vervolgens omstreeks 01.44 uur voornoemde woning hebben verlaten met allebei (onder meer) een - met zwarte tape - dichtgeplakte doos onder de arm; dat [medeverdachte 1] daarbij ook een gele tas droeg en dat [verdachte] daarbij ook een grijze vuilniszak droeg;
- [medeverdachte 2] enkele minuten later naar de toegangsdeur van de berging is gelopen;
- [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] daarna richting de bergingen zijn gelopen en enkele minuten later weer naar buiten kwamen.
Uit het digitale onderzoek van de onder [medeverdachte 1] op 23 november 2022 in beslag genomen iPhone Pro Max volgt onder meer dat [medeverdachte 1] :
- op 22 november 2022 omstreeks 12:59 uur aan ene [alias 1] vraagt of hij nog een doos kan fixen en dat hij op 22 november 2022 omstreeks 21:46 uur aan [alias 1] bericht dat hij gehaald heeft;
- op 22 november 2022, vanaf ca. 20:20 uur, kort na hij met [verdachte] in de Colt is vertrokken vanaf het [adres 1] , een snapchatgesprek voert met ene ‘ [alias 6] ’ waarin hij aangeeft dat hij nu samen met iemand is die 1.000 kop wil betalen, waarop ‘ [alias 6] ’ zegt dat het goed is en [medeverdachte 1] daarop antwoordt dat ze er met maximaal 40 minuten zijn; en
- tegen ‘ [alias 6] ’ omstreeks 21.14 uur zegt dat ze er zijn en dat hij met die boy is.
Uit het digitale onderzoek van de onder [medeverdachte 2] op 23 november 2022 in beslag genomen iPhone 11 volgt onder meer dat [medeverdachte 1] op 22 november 2022 omstreeks 01:53 uur enkele berichten aan [medeverdachte 2] heeft gestuurd over het openen van een deur, waaronder: “Die kk deur - Gaat niet open – Beneden” en “Doe znel – Zitten hier met kk spullen - Bij live cam.”
Het juridisch toetsingskader van artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht (Sr)
Aan [verdachte] is primair artikel 46, lid 1 Sr ten laste gelegd, dat luidt als volgt:
Voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, is strafbaar, wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.
Voor een bewezenverklaring van artikel 46 Sr is het noodzakelijk dat komt vast te staan dat het opzet van verdachte was gericht op het voorbereiden van het beoogde feit dat in de tenlastelegging is omschreven en dat hij moet weten dat de in tenlastelegging omschreven middelen en/of voorwerpen bestemd waren tot het begaan van dàt misdrijf en niet slechts bij de voorbereiding ervan (o.a. HR 12 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1956) . Er dient met voldoende bepaaldheid te blijken op welk misdrijf de voorbereidingshandelingen waren gericht. Een concretisering van het voor te bereiden misdrijf naar tijdstip, plaats en wijze van uitvoering is niet vereist (o.a. HR 11 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:907) [verdachte] heeft zich tijdens de politieverhoren en ter terechtzitting steeds beroepen op zijn zwijgrecht.
De rechtbank stelt vast dat het dossier aanwijzingen bevat dat [medeverdachte 1] en [verdachte] de Cobra’s voorhanden hebben gehad en/of met behulp daarvan de facia-pakketten hebben vervaardigd en voorhanden hebben gehad met het oog op het teweegbrengen van een ontploffing.
De rechtbank wijst in dit verband onder meer op de - in de op 23 november 2022 onder [medeverdachte 1] in beslag genomen iPhone 11 Pro Max - aangetroffen audio-opname van 12 november 2022 waarin de stem van [medeverdachte 1] is herkend en door hem tegen een onbekend gebleven derde wordt gezegd: “Broeder je moet even precies vertellen wat je wil. Wat voor effect je wil. En iets wat krachtig is, niffo, ik weet niet hoe krachtig je wil, maar deze opent gewoon automaten. Hoe krachtig wil je het hebben?”.
Ook heeft [medeverdachte 1] op 22 november 2022 omstreeks 23.50 uur een foto verzonden waarop hij een mondmasker draagt, welke foto is voorzien van de tekst “Bouwen neef”. Op een andere door hem verzonden foto zijn bakjes zichtbaar die gevuld zijn met een grijze materie en staat de tekst vermeld “Als dit de lucht in gaat heel kk [afkorting] plat”. Volgens de politie is “ [afkorting] ” een afkorting voor “de [wijk] ”.
De rechtbank kan op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet op overtuigende wijze vaststellen welk concreet plan [medeverdachte 1] en/of [verdachte] hadden met het tot ontploffing brengen van de facia-pakketten, en evenmin in hoeverre dit plan gemeen gevaar en/of levensgevaar voor personen met zich zou brengen. Daarom kan het misdrijf waarvoor de facia-pakketten mogelijk bedoeld waren niet met een voldoende mate van zekerheid bepaald worden. De omstandigheid dat de in de kelderbox aangetroffen goederen feitelijk gebruikt kunnen worden bij of ten behoeve van bijvoorbeeld een plofkraak of een aanslag op andere bouwwerken en/of personen is daarvoor onvoldoende. Het is daarmee immers niet uitgesloten dat de explosieven mogelijk bedoeld waren voor andere misdrijven (bijvoorbeeld bedreiging), waarop een lagere straf staat dan een gevangenisstraf van 8 jaar of meer.
De rechtbank zal [verdachte] daarom vrijspreken van het onder feit 1 als eerste alternatief ten laste gelegde.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat het onder feit 1 als tweede alternatief ten laste gelegde wel wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Uit de gedragingen van [medeverdachte 1] en [verdachte] volgt naar het oordeel van de rechtbank dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] die onder meer heeft bestaan uit het gezamenlijk opzettelijk voorhanden hebben van de dozen met Cobra Super 6 vuurwerk in de woning en bijbehorende berging aan het [adres 1] .
De rechtbank overweegt daartoe het navolgende.
Uit de observaties volgt onder meer dat:
- [medeverdachte 1] en [verdachte] gezamenlijk diverse materialen hebben gekocht;
- [medeverdachte 1] en [verdachte] gezamenlijk de dozen met Cobra’s Super 5 hebben binnengebracht in de woning aan het [adres 1] ;
- de dozen bij aankomst bij de woning aan het [adres 1] niet waren dichtgeplakt met zwarte tape, terwijl de dozen wel waren dichtgeplakt met zwarte tape toen de dozen naar de berging werden gebracht.
De rechtbank acht in dit verband ook redengevend dat de woning aan het [adres 1] slechts over 1 slaapkamer beschikt en dat de indeling van de woning gezien de gegeven beschrijving in het proces-verbaal van indelingzodanig is dat het niet anders kan zijn dan dat [verdachte] tenminste lijfelijk tegenwoordig is geweest bij (een gedeelte van) de handelingen met de Cobra’s verricht door [medeverdachte 1] . Dat zij samen in één ruimte verbleven blijkt ook uit de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , die beiden verklaren dat [medeverdachte 2] alleen in de slaapkamer verbleef. Het kan daarom niet anders zijn dat [medeverdachte 1] en [verdachte] gezamenlijk in de andere kamer aanwezig waren. Daarmee staat naar het oordeel van de rechtbank ook vast dat [verdachte] wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de Cobra’s Super 6 in de dozen en ook dat daarmee in de woning facia-pakketten/explosieven zijn gemaakt. De verklaring van [verdachte] , die hij pas ter terechtzitting heeft gegeven, inhoudende dat hij na het arriveren in de woning een joint heeft gerookt, in slaap is gevallen en niets heeft meegekregen van wat [medeverdachte 1] deed, acht de rechtbank niet aannemelijk geworden en wordt om die reden gepasseerd.
Beroep op bewijsuitsluiting ten aanzien van feit 2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, anders dan de verdediging, van oordeel van dat uit de inhoud van de dossierstukken niet kan worden afgeleid dat de mobiele telefoons volledig zijn uitgelezen. In tegendeel. Uit het procesdossier blijkt dat het onderzoek zich specifiek heeft gericht op indentificerende gegevens van de gebruiker van het toestel en communicatie-applicaties voor zover daarin mogelijk drugsgerelateerde gesprekken plaatsvonden. De met het onderzoek samenhangende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer kan daarmee als beperkt worden beschouwd en daartoe biedt de algemene bevoegdheid van opsporingsambtenaren, neergelegd in artikel 94 juncto artikel 95 en 96 van het Wetboek van Strafvordering voldoende legitimatie. De rechtbank verwerpt het beroep op bewijsuitsluiting.
Bewijsmiddelen en de beoordeling van feit 2
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat [verdachte] het onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 23 november 2022 zijn onder [verdachte] twee mobiele telefoons in beslag genomen, waaronder een Apple iPhone 7 Plus (beslagcode NI001.02).
Vastgesteld is dat deze telefoon in gebruik is geweest bij [verdachte] .
In deze telefoon zijn in de applicatie Signal meerdere chatgesprekken aangetroffen die [verdachte] met andere personen heeft gevoerd over onder meer de import en het doorverkopen van precursoren (grondstoffen voor drugs) en over het fabriceren van verdovende middelen.
In de periode van 17 september 2020 tot en met 4 november 2020 heeft [verdachte] chatgesprekken gevoerd met ene ‘ [alias 2] ’. Uit die gesprekken volgt onder meer dat:
- [verdachte] op 17 september 2020 tegen ‘ [alias 2] ’ zegt:: “... Ik heb pmk poeder... Ik heb n 21.7 kg liggen, Van die pmk, wat halen we eruit’;
- ‘ [alias 2] ’ daarop onder meer zegt: “Niet zoveel, ik denk, 12 stuks ong”, “niet elke keuken draait 21,7 kg af” en “Meeste doen minimaal 100” en “Of meer”;
- [verdachte] op 20 september 2020 aan ‘ [alias 2] ” vraagt: “...Is er pmk poeder te koop” en “... zit nog steeds met die 20 stuks, Pmk. Geen enkele keuken wilt....” en “...Als we er iets mee kunnen is dat ook wat we ermee gaan doen, kopen en af draaien, Niet voor andere...” en “Ik vind gewoon geen poeder..... Kijk maar als je me voor die 20 wilt laten draaien”;
- ‘ [alias 2] ’ onder meer tegen [verdachte] zegt: “Ik probeer m over te halen” en “Hij maakt nu blokken, levert meer op....”.
In de periode van 26 oktober 2022 tot en met 22 november 2022 heeft [verdachte] chatgesprekken gevoerd met ene ‘ [alias 3] ’. Uit die gesprekken op 26 oktober 2022 volgt onder meer dat:
- ‘ [alias 3] ’ handelt in de stoffen BMK en PMK;
- [verdachte] aan ‘ [alias 3] ’ een scheikundige samenstelling stuurt van de door hem gewenste PMK;
- prijzen worden besproken en de wijze van betaling;
- [verdachte] zegt dat hij bij ‘ [alias 3] ’ elke week 200 kilogram mee wil gaan kopen en normaal elke week 1.000 kilogram nodig heeft;
- [verdachte] zegt dat hij wil betalen met cryptomunten zoals USDT en BTC;
- ‘ [alias 3] ’ aan [verdachte] een video-opname stuurt waarop een poederachtige substantie te zien is en het bijschrift “ [bijschrift 1] ” en “ [bijschrift 2] ”;
- [verdachte] vervolgens zegt dat hij elke week 500 kilogram wil bestellen op 2 adressen.
Uit de verdere chatgesprekken tussen [verdachte] en ‘ [alias 3] volgt onder meer dat:
- ‘ [alias 3] ’ op 27 oktober 2022 op verzoek van [verdachte] een foto stuurt waarop [verdachte] zegt: “Okay, nice this w.eek i gonna send you the money en detalis where it need to come”;
- [verdachte] op 15 november 2022 zegt: “It still possible, to send me the PMK” waarop ‘ [alias 3] ’ zegt: “Sure”.”
In het procesdossier wordt gerelateerd dat PMK een veelgebruikte precursor (grondstof) betreft voor de productie van de synthetische drug MDMA wat onder andere wordt gebruikt als het actieve/werkzame component in XTC-tabletten. Uit 100 liter PMK wordt ongeveer 120 kilogram aan MDMA.HCI-kristallen verkregen. Van 120 kilogram aan MDMA.HCI kristallen kunnen gemiddeld 672.000 XTC pillen worden geslagen.
In de periode van 22 juni 2022 tot en met 22 november 2022 heeft [verdachte] chatgesprekken gevoerd met ene ‘ [alias 4] ’. Op 18 oktober 2022 wordt in een door [verdachte] naar ‘ [alias 4] ’ gestuurde audio-opname verwezen naar leveringen naar vermoedelijk de Europese Unie vanuit Guinea en Gambia waarbij zij “drie duizend stuks” kunnen pakken en waarvoor een derde partij de kosten zal betalen.
Op 16 november 2022 vraagt [verdachte] aan ‘ [alias 4] ’ of hij 200 liter BMK-olie kwijt kan, dat de markt op 300/350 per liter staat en dat diegene er 200 per liter voor wil hebben, dat ze nog geseald zijn en zo van China gekomen zijn.
Op 20 november 2022 zegt [verdachte] tegen ‘ [alias 4] ’ dat er gisteren ook apaan liquid is gekomen, dat hij het nu kan ophalen als zijn mattie het wil checken en vraagt [verdachte] aan ‘ [alias 4] ’ of hij al een prijs heeft doorgegeven.
In de periode van 12 oktober 2022 tot en met 16 oktober 2022 heeft [verdachte] chatgesprekken gevoerd met ene ‘ [alias 5] ’ over onder meer olie, PMK en ICE. ICE is een eindproduct van precursoren.
Op 12 oktober 2022 wordt aan [verdachte] door ‘ [alias 5] ’ gevraagd of er iemand die PMK-olie kan pakken waarop [verdachte] antwoordt dat het moeilijk is.
Op 15 oktober 2022 zegt [verdachte] tegen ‘ [alias 5] ’: “Ja, heb ik ice, op B olie, ..... Eerste draai 8200, Top spul”.
Op 22 oktober 2022 zegt ‘ [alias 5] ’ tegen [verdachte] : “B heb ik nu voor 100 liter p heb ik 500 liter apaan liggen”, waarop [verdachte] antwoordt met: “Stuur ook prijs door wat je wilt....”
De rechtbank is op grond van het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat [verdachte] zich in de periode van 17 september 2020 tot en met 23 november 2022 heeft beziggehouden met activiteiten die onmiskenbaar duiden op het kopen van en handelen in diverse grondstoffen ten behoeve van het kunnen vervaardigen van verdovende middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Uit de door [verdachte] gebruikte bewoordingen en gezien de context van de chatgesprekken volgt dat het opzet van [verdachte] gericht was op die voorbereidingshandelingen. Hij heeft geprobeerd meerdere grondstoffen voor de productie van chemische drugs te bestellen en daarnaast, naar eigen zeggen, 21,7 kilogram pmk-poeder voorhanden gehad. Daarmee heeft [verdachte] zich schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet.