Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
primair), dan wel hieraan medeplichtig is geweest (
subsidiair).
3.De voorvragen
- [rekeningnummer 10] en [rekeningnummer 11] en [rekeningnummer 12] en [rekeningnummer 13] ten name van verdachte;
- [rekeningnummer 1] ten name van [bedrijf 6] B.V.;
- [rekeningnummer 4] ten name van [bedrijf 9] B.V.;
- [rekeningnummer 3] ten name van [bedrijf 10] B.V.;
- [rekeningnummer 2] ten name van [bedrijf 11] B.V.;
- [rekeningnummer 14] ten name van [bedrijf 5] B.V.;
- [rekeningnummer 6] en [rekeningnummer 7] ten name van [bedrijf 3] B.V.;
- [rekeningnummer 8] en [rekeningnummer 9] en [rekeningnummer 15] ten name van [bedrijf 2] .
[omschrijving 1]”. Ook wordt er twee keer een bedrag van € 10,99 overgemaakt van de rekening van [bedrijf 2] B.V. naar bankrekening [rekeningnummer 18] op naam van Stichting [bedrijf 15] B.V. [18]
[omschrijving 2]”.
[bedrijf 2] Bv 2’.Van [rekeningnummer 10] wordt vervolgens een bedrag van € 145,00 doorgeboekt naar een bankrekening op naam van [zoon van verdachte] (zoon van verdachte) onder vermelding van ‘
dank u’.
ontkrachtmaar juist wordt
bevestigd. Nu verdachte heeft verklaard dat hij de voor hem onbekende [naam 1] (en [naam 2] en andere kennelijk betrokken derden zoals [naam 3] ) carte blanche heeft gegeven ter zake de bankrekeningen van zijn bedrijven, [naam 1] verantwoordelijk is voor de ten laste gelegde stortingen en daaropvolgende transacties en verdachte niet kan verklaren waarom deze bedragen op de bankrekeningen van de ondernemingen werden bijgeschreven waarvan hij middellijk bestuurder was, in samenhang bezien met de hiervoor beschreven bewijsmiddelen inzake banktransactiegegevens en de in de woning van verdachte aangetroffen Bunq-kaart, waaruit de betrokkenheid van verdachte blijkt bij bepaalde transacties ook
nadathij de bankpasjes en toegangscodes had afgegeven, stelt de rechtbank vast dat het niet anders kan zijn dan dat deze geldbedragen en bitcoin onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte dat wist (opzet). De geldbedragen die op de bankrekeningen van de aan verdachte gelieerde bedrijven zijn gestort, zijn vervolgens aangewend om bitcoin aan te schaffen.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
medeplegen van gewoontewitwassen.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- een meldplicht bij de reclassering;
- ambulante behandeling.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
medeplegen van gewoontewitwassen;
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte: