Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser 1],
2.
[eiser 2],
1.De procedure
5 december 2023 aanvullende producties in het geding gebracht. Op 13 december 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij [eisers] zijn verschenen, bijgestaan door mr. Vreugdenhil. Ook [gedaagde] is verschenen, bijgestaan door mr. Bollen. Tijdens de mondelinge behandeling zijn door beide partijen pleitnota’s overgelegd en voorgedragen. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank bepaald dat zij voldoende is geïnformeerd om een beslissing te nemen in deze zaak. Die beslissing wordt vandaag medegedeeld en toegelicht in dit vonnis.
2.Samenvatting
De rechtbank wijst de vordering van de kopers die ziet op ontbinding van de koopovereenkomst en het betalen van de contractuele boete af, omdat niet vast komt te staan dat verkoper te laat levert. Daarentegen wijst de rechtbank de vordering van de verkoper, die eveneens ziet op ontbinding van de overeenkomst en het betalen van een contractuele boete, toe. Kopers maken duidelijk dat zij niet meer na zal komen. De rechtbank ziet aanleiding de boete te matigen.
3.De feiten in conventie en in reconventie
[eisers] en over de voorwaarden van de verkoop. [eisers] hebben kenbaar gemaakt dat zij in plaats van houten balklagen breedplaat betonvloeren in de constructie wensten.
[gedaagde] breedplaat betonvloeren zou aanbrengen en waarbij [eisers] de kosten van de in verband met de wijziging in de constructie benodigde nieuwe constructietekening zouden voldoen.
‘(…)
artikel 4 Eigendomsoverdracht4.1.De akte van levering zal gepasseerd worden op de streefdatum van 1 april 2023 of zoveel eerder of later als partijen tezamen nader overeenkomen (…)Verkoper zal koper op de hoogte houden van vorderingen omtrent de bouw en de beoogde overdrachtsdatum.(…)
artikel 11 Ingebrekestelling/Ontbinding11.1.Indien één van de partijen, na in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen nalatig is of blijft in de nakoming van één of meer van haar uit deze koopovereenkomst voortvloeiende verplichtingen, kan de wederpartij van de nalatige partij deze kopovereenkomst zonder rechterlijke tussenkomst ontbinden door middel van een schriftelijke verklaring aan de nalatige partij.11.2.Ontbinding op grond van tekortkoming is slechts mogelijk na voorafgaande ingebrekestelling.Bij ontbinding van de koopovereenkomst op grond van toerekenbare tekortkoming zal de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij een zonder rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete van tien procent (10%) van de koopsom verbeuren, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding, indien de daadwerkelijke schade hoger is dan de onmiddellijk opeisbare boete, en onverminderd vergoeding van kosten van verhaal.(…)
artikel 15 Ontbindende voorwaarden15.1.Deze koopovereenkomst kan door koper worden ontbonden indien uiterlijk:a. op17 oktober 2022koper voor de financiering van de onroerende zaak voor een bedrag vande koopsomgeen bindend aanbod tot een hypothecaire geldlening van een erkende geldverstrekkende bankinstelling heeft verkregen.
[eisers] verstrekte hypotheekofferte was geldig tot 13 april 2023.
3.8. Op 9 november 2022 heeft [gedaagde] van de constructeur een nieuwe constructieberekening gekregen, waarna [gedaagde] eerst nog geprobeerd heeft onder de reeds afgegeven omgevingsvergunning (zie r.o. 3.1.) toestemming te krijgen voor de gewijzigde constructie. Dat was niet mogelijk en daarom is op 11 januari 2023 bij de gemeente een aanvraag ingediend voor het wijzigen van de omgevingsvergunning.
‘(…)
Inmiddels is de overeengekomen leveringsdatum in zicht maar is er nog geen woning gebouwd. Sterker nog, de bouwwerkzaamheden zijn in het geheel nog niet van start gegaan bij gebrek aan de daarvoor benodigde vergunningen. Het is duidelijk dat de overeengekomen leveringsdatum van 1 april 2023 niet haalbaar is. Tussen partijen, waaronder ook de verkopend makelaar en de door u ingeschakelde aannemer [naam 2], is veelvuldig contact geweest. Kort samengevat is gebleken dat de verkregen bouwvergunning niet in overeenstemming was met de aan de familie [eiser 1] verkochte onroerende zaak. Inmiddels is een nieuwe vergunningsaanvraag aanhangig, maar daarop is nog niet beslist.(…)
Nog ingrijpender is het gegeven dat de voor de aankoop verkregen financiering dreigt te vervallen. De financiering is afgegeven met een uiterste leveringsdatum van de woning op 13 april 2023. Als op 13 april 2023 de gekochte woning niet kan worden geleverd zal de hypotheekaanvraag door de hypotheekverstrekker worden beëindigd.(…)
Hierbij stel ik u (voor zover nodig) in gebreke en geef ik u een laatste mogelijkheid om aan uw verplichtingen te voldoen voortvloeiende uit de tussen partijen getekende koopovereenkomst d.d. 8 september 2022 inhoudende de levering van de woning aan de [adres] aan de familie [eiser 1], en wel vóór of uiterlijk op maandag 10 april 2023.(…)’.
Daarom is aan [gedaagde] nog de optie geboden om met [eisers] een nieuwe koopovereenkomst te sluiten ter verkrijging van de grond uiterlijk op 10 april 2023 en tegelijkertijd een deugdelijke en volledige aannemingsovereenkomst voor de bouw van de woning op te maken. Ook schreven [eisers] dat er voor deze optie nog wel een akkoord van de geldverstrekkende bank nodig was.
r.o. 3.9. Partijen hebben in de week erna geprobeerd om het voorstel van
[eisers] vorm te geven en de benodigde stukken aan [eisers] te doen toekomen. Dit heeft geresulteerd in een e-mail van 11 april 2023 van (de advocaat van)
[eisers], dat er onvoldoende basis is om de bouw/verkoop voort te zetten en dat ontbinding van de koopovereenkomst de enige resterende optie is.
van 10%, een bedrag van € 65.000,00, gevorderd van [gedaagde].
4.Het geschil in conventie en in reconventie
I.
primair:voor recht verklaart dat de koopovereenkomst op 19 april 2023 is
II. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 65.000,00 te vermeerderen met de
III. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de incassokosten van € 1.425,00;
I. voor recht verklaart dat [gedaagde] de koopovereenkomst op goede gronden
II. [eisers] veroordeelt tot betaling van de boete van € 65.000,00;
III. [eisers] veroordeelt betaling van de incassokosten van € 1.425,00;
IV. [eisers] veroordeelt tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met nakosten tot een bedrag van € 163,00, dan wel indien betekening plaatsvindt tot een bedrag van € 248,00 en die kosten te vermeerderen met de wettelijke rente.
[eisers] was het niet mogelijk om na te komen, omdat er geen woning was. Als er al sprake is van wanprestatie aan de zijde van [eisers], dan dient dat voor rekening van [gedaagde] te komen, aangezien hij heeft verzuimd de woning te bouwen.
Bovendien hebben [eisers] de koopovereenkomst al ontbonden in april 2023 en dat betekent volgens hen dat er in het geheel geen overeenkomst meer was die ontbonden kon worden. Ten slotte zou het voor [eisers] op grond van de redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn de boete te moeten betalen. Als er al grond zou zijn voor het verbeurd verklaren van de boete, dan dient deze te worden gematigd dan wel op nihil te worden gesteld. [eisers] concluderen tot niet-ontvankelijkverklaring van
[gedaagde] dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde] met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
Toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst5.2. De eerste vraag die beantwoord moet worden is of er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst aan de zijde van [gedaagde]. Volgens [eisers] moet die vraag bevestigend beantwoord worden, aangezien de leveringsdatum van 1 april 2023 niet gehaald kon worden en van een gewijzigde leveringsdatum geen sprake is. [gedaagde] betwist dat, omdat 1 april 2023 geen fatale termijn was maar slechts een streefdatum. Bovendien zijn er gesprekken geweest en was al in een eerder stadium bekend dat 1 april 2023 sowieso niet gehaald zou worden, er werd gesproken over september 2023.
[gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en zij motiveert dat als volgt.
de akte van levering zal gepasseerd worden op de streefdatum van 1 april 2023 of zoveel eerder of later als partijen tezamen nader overeenkomen’. Daarmee staat vast dat er een streefdatum overeengekomen is gekomen van 1 april 2023 en dat van een fatale termijn geenszins sprake is. Tussen partijen is ook niet in geschil dat is gesproken over de gewijzigde leveringsdatum van de woning en dat dit zijn oorzaak vindt in de breedplaat betonvloeren versus de nieuw aan te vragen omgevingsvergunning die daarbij kwam kijken, en die pas later is aangevraagd. Partijen verschillen echter wel van inzicht over de uitkomst van die gesprekken: volgens [eisers] is er geen overeenstemming bereikt over een gewijzigde leveringsdatum in september 2023 (omdat dit vanwege de verstrekte financiering tot
13 april 2023 niet zou kunnen) en volgens [gedaagde] was die overeenstemming er wel. Vast staat volgens de rechtbank in ieder geval wel dát er een vertraging zat in de bouw van de woning en dat was bij zowel [eisers] als bij [gedaagde] genoegzaam bekend.
19 januari 2023 een richtlijn opgevraagd van de planning, zie productie 6 conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie. Uit diezelfde productie volgt dat het overzicht van de planning bij e-mail van 2 februari 2023 is verstuurd, waarop een bouwplanning staat opgenomen die loopt tot 30 september 2023. Vervolgens is op
15 februari 2023 tussen [gedaagde] en [naam 2], de aannemer, de planning ondertekend en op verzoek van [eisers] aan hen toegestuurd. De rechtbank constateert dat in het dossier van de zijde van [eisers] geen stukken aanwezig zijn die ingaan op of verweer voeren tegen de afgegeven planning, zodat [gedaagde] daar geen blaam treft.
1 april 2023 handelingen hebben verricht die zien op nakoming. Zodat ook daaruit blijkt dat zij die datum niet als fataal zagen. Vast staat dat de door [gedaagde] aangeleverde informatie voor [eisers] niet voldoende was, met als gevolg dat zij op
11 april 2023 de ontbinding van de koopovereenkomst in hebben geroepen. Ondanks pogingen van de zijde van [gedaagde], is gebleken dat [eisers] niet meer zouden nakomen.
5.7. De rechtbank acht het ten slotte ook van belang dat door [gedaagde] onweersproken is gesteld dat de termijn voor het inroepen van de ontbindende voorwaarde voor de financiering tot twee keer toe is verlengd, maar dat begin november 2022 de termijn voor het inroepen van die ontbindende voorwaarde is verlopen. In een e-mail van
3 november 2022 (productie 5 conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie) van De Financiële Alliantie aan [naam 1] staat namelijk, samengevat, dat de hypotheek akkoord is bevonden door de geldverstrekker, onder dankzegging voor de medewerking van uitstel van de ontbindende voorwaarde. Daarmee is de koop onvoorwaardelijk geworden. De rechtbank meent bovendien dat het voor rekening en risico van [eisers] komt dat de financiering is afgegeven met een uiterste leveringsdatum van 13 april 2023, terwijl al vrij snel duidelijk was dat een leveringsdatum in april 2023 niet haalbaar zou zijn.
[eisers] waren dus gehouden hun verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst na te komen. Dit hebben zij nagelaten. Dat betekent dat
[eisers] geen recht hebben op de gevorderde boete van € 65.000,00 en de gevorderde incassokosten. De vorderingen van [eisers] worden dus afgewezen.
[eisers] de koopovereenkomst niet meer na wilden/konden komen. Daarom heeft [gedaagde] de koopovereenkomst op 24 juli 2023 wél terecht ontbonden. Dit betekent dat de rechtbank de door [gedaagde] in reconventie verzochte verklaring voor recht dat de koopovereenkomst op goede gronden is ontbonden, toewijst. Als gevolg hiervan kan [gedaagde] in beginsel aanspraak maken op de gevorderde contractuele boete van
€ 65.000,00.
[gedaagde] de koopovereenkomst op 24 juli 2023 op juiste gronden heeft ontbonden. Van een koopovereenkomst is vanaf dat moment geen sprake meer.
De contractuele boete5.12. Nu vast staat dat [gedaagde] de koopovereenkomst op goede gronden heeft ontbonden, is de vervolgvraag of [eisers] de contractuele boete ter hoogte van 10% van de koopsom, een bedrag van € 65.000,00, moeten betalen.
[gedaagde] daarentegen is van mening dat de verschuldigde boete wel betaald moet worden, aangezien hij met een berg aan kosten zit zonder dat de verkoop is doorgegaan. De woning wordt afgebouwd en de verwachting is dat de woning in 2024 in de verkoop gaat.
zij ongewild de woning van [gedaagde] niet meer konden afnemen. Door geen van beide partijen was voorzien dat de omgevingsvergunning opnieuw aangevraagd en afgegeven moest worden. [eisers] zijn niet opzettelijk in deze situatie terecht gekomen. Zij zijn noodgedwongen naar een tussenwoning verhuisd, in afwachting van een andere woning die nog (af)gebouwd moet worden. [eisers] hebben vanwege de ontstane situatie veel (extra) kosten moeten maken (dubbele lasten, kosten adviseurs, opslag et cetera). Hoewel [eisers] de gemaakte kosten niet hebben onderbouwd met nadere stukken, acht de rechtbank, nu [gedaagde] de door [eisers] geschetste woonsituatie niet betwist heeft, dit wel voldoende aannemelijk.