Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
[partij A] V.O.F.,
1.[partij B1] ,
2.
[partij B2],
1.Inleiding en korte samenvatting
2.De procedure
- de conclusie van antwoord, met daarin een eis in reconventie,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is aangekondigd,
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
Ontvanger/Roelofsen [1] ) naast de aansprakelijkheid van de vennootschap mogelijk ook, afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval, grond zijn voor aansprakelijkheid van degene die als bestuurder (i) namens de vennootschap heeft gehandeld dan wel (ii) heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt. In beide gevallen mag in het algemeen alleen dan worden aangenomen dat de bestuurder tegenover de schuldeiser van de vennootschap onrechtmatig heeft gehandeld waar hem, mede gelet op zijn verplichting tot een behoorlijke taakuitoefening als bedoeld in artikel 2:9 BW, een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt. [2]