5.3.1.De verzekeringsarts heeft op basis van een rapport van 1 augustus 2021 een functionele mogelijkhedenlijst (FML) van 1 augustus 2021 vastgesteld, waarin de beperkingen van eiseres zijn vastgelegd. Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige functies geselecteerd, die eiseres met haar beperkingen kan uitvoeren. Met deze functies kan eiseres 72,94% verdienen van het loon dat zij had voordat zij ziek werd. Het Uwv heeft de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres vanaf 25 augustus 2021 dan ook vastgesteld op 72,94%. Vanwege de uitlooptermijn van 24 maanden heeft het Uwv de WGA-loonaanvullingsuitkering van eiseres tot en met 31 augustus 2023 niet gewijzigd.
5.3.2.Naar aanleiding van het bezwaarschrift vindt het Uwv een actueel sociaal medisch onderzoek nodig. Het Uwv heeft eiseres gewezen op de noodzaak van een medisch onderzoek en heeft haar hiervoor opgeroepen. Eiseres is verplicht om te voldoen aan elke oproep van het Uwv en dient mee te werken door zich te laten onderzoeken. Het Uwv wijst erop dat eiseres voor het laatst op 20 juni 2019 tijdens een fysiek spreekuur is gezien door een verzekeringsarts. Alle overige beoordelingen hebben telefonisch plaatsgevonden. De rapportage van de psychiatrische expertise dateert van 18 mei 2021 en is volgens het Uwv daarom niet voldoende actueel om de huidige beoordeling mee af te doen.
5.3.3.Verder doet volgens het Uwv het feit dat de GGZ-behandeling nog niet is afgerond niets af aan de vastgestelde belastbaarheid. Het Uwv wijst erop dat tijdens het (telefonisch) spreekuur op 30 juli 2021 al duidelijk was dat eiseres nog een behandeling zou volgen, maar dat zij desondanks (beperkt) belastbaar werd geacht.
Overwegingen van de rechtbank
6. Op grond van artikel 54, eerste lid, van de Wet WIA ontstaat voor een verzekerde na afloop van de wachttijd recht op uitkering als hij gedeeltelijk arbeidsgeschikt is.
Op grond van artikel 47, eerste lid, van de Wet WIA ontstaat na afloop van de wachttijd een recht op uitkering voor de verzekerde die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.
Van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van een verzekerde is op grond van artikel 5 van de Wet WIA sprake als hij als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van onder meer ziekte of gebrek slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, maar niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.
Op grond van artikel 6, eerste lid, van de Wet WIA wordt de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en een arbeidskundig onderzoek.
Op grond van artikel 27, tweede lid, aanhef en onder a, b en c, van de Wet WIA is de verzekerde die een aanvraag voor een uitkering heeft ingediend of een recht heeft op een uitkering op grond van deze wet verplicht:
a. te voldoen aan elke oproep van het Uwv of van een of meer door het Uwv aangewezen personen om aanwezig te zijn op een door of vanwege het Uwv te bepalen plaats voor beantwoording van vragen als bedoeld in onderdeel b het meewerken aan onderzoek als bedoeld in onderdeel c of het naleven van de controlevoorschriften, bedoeld in onderdeel d;
b. vragen te beantwoorden die door het Uwv of door een of meer door het Uwv aangewezen personen in verband met het recht op uitkering op grond van deze wet worden gesteld;
c. mee te werken door zich te laten onderzoeken door het Uwv of door een of meer daartoe door het Uwv aangewezen personen.
Wat beoordeelt de rechtbank