ECLI:NL:RBOVE:2025:1528
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek om inzage in politiegegevens
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Overijssel het beroep van eiseres tegen de (gedeeltelijke) afwijzing van haar verzoek om inzage in politiegegevens. De rechtbank heeft op 20 maart 2025 uitspraak gedaan in de zaak, waarbij eiseres een beroep deed op de afwijzing van haar verzoek door de korpschef van politie. De korpschef had het verzoek deels ingewilligd en deels afgewezen op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres had toestemming gegeven voor kennisname van de stukken door de rechtbank. Tijdens de zitting op 16 januari 2025 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiseres stelde dat er geen sprake was van strafbare feiten en dat zij recht had op inzage om zich te kunnen verdedigen. De korpschef verweerde zich door te stellen dat inzage in de gegevens de opsporing en vervolging van strafbare feiten zou kunnen schaden en de privacy van derden zou aantasten. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de opsporing en de bescherming van de privacy van derden zwaarder wogen dan het belang van eiseres om inzage te krijgen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving.