In deze zaak hebben verzoeksters, waaronder de Stichting Laat Haaksbergen niet zakken, beroep ingesteld tegen de omgevingsvergunningen die zijn verleend aan Nobian voor de aanleg van een transport- en distributieleidingentracé, de oprichting van een mijnbouwinrichting voor zoutwinning, en de bouw van acht zoutwinningslocaties in de gemeente Haaksbergen. De verzoeksters hebben een voorlopige voorziening gevraagd om de werkzaamheden te stilleggen, omdat zij menen dat de vergunningen niet voldoen aan de Wet natuurbescherming (Wnb) en significante effecten op het Natura 2000-gebied Buursersand & Haaksbergerveen veroorzaken. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de normen waarop de verzoeksters hun verzoek baseren, niet strekken tot bescherming van hun belangen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de rapportages over stikstofemissie die aan de besluitvorming ten grondslag liggen. Daarom is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 24 april 2025.