Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
De besloten vennootschap De Financiële Hulpverlener B.V. te Deventer,
[naam], wonende te [woonplaats] ,
het college van burgemeester en wethouders van Deventer,
Samenvatting
Wat aan deze procedure voorafging
Het besluit van verweerder en de procedure
Situatie nu.
U betaalt ieder maand geld aan de gemeente terug.
Ook reserveren we een deel van uw uitkering. Dat opgespaarde deel ontvangt u elk jaar in de maand mei. Daardoor ontvangt u in mei meer uitkering dan in andere maanden.
Uw nieuwe situatie
Vanaf juni krijgt u maandelijks iets meer geld. De uitkering is elke maand hetzelfde.
Volgend jaar juni krijgt u geen vakantiegeld.”
De ontvankelijkheid
Standpunten van partijen
nemo plus-regel. Verweerder draagt daardoor maandelijks meer af dan wat maandelijks voor eiser opeisbaar is en verweerder blijft daarmee niet binnen de kaders van het beslagrecht. Verweerder zou daar volgens rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) wel op moeten letten.
Beoordeling van de rechtbank
nemo plus-regel
,bepaald:
Over die vakantietoeslag is in artikel 45 van de Pw het volgende bepaald:
Dat in het tweede lid van artikel 45 van de Pw artikel 18 van de Pw genoemd wordt als grondslag voor zo’n afwijkende betalingsperiode, onderstreept nog eens dat het moet gaan om bijzondere omstandigheden. Volgens vaste rechtspraak van de CRvB [3] is voor individuele afstemming op grond van artikel 18 van de Pw alleen plaats in zeer bijzondere situaties. Dat verweerder nu het derdenbeslag in z’n algemeenheid als zo’n (zeer) bijzondere omstandigheid heeft aangemerkt, gaat naar het oordeel van de rechtbank te ver.
En overigens is een éérdere uitbetaling van het vakantiegeld voor eiser ook niet zomaar opeisbaar (zie hierna onder 12.8), zodat ook om die reden de
nemo plus-regel eraan in de weg zou staan om in geval van derdenbeslag het vakantiegeld maandelijks uit te keren.
Maar de rechtbank Noord-Holland heeft niet geoordeeld, zoals verweerder lijkt te concluderen, dat een bestuursorgaan
dusbevoegd is om de vakantietoeslag om die reden maandelijks uit te keren. De rechtbank Noord-Holland heeft in die uitspraak namelijk niets gezegd over de optie om de 5% van de maandelijkse uitkering niet iedere maand maar jáárlijks aan de deurwaarder af te dragen.
Evenredigheid
De rechtbank acht het besluit van verweerder in zoverre onvoldoende gemotiveerd.
Schadevergoeding
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond,
- vernietigt het besluit van 27 juni 2024,
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 51,00 aan eiser te vergoeden,
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.814,-.