ECLI:NL:RBOVE:2025:3095
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van het UWV om terug te komen van het besluit tot afwijzing van een Wajong-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van het UWV, waarbij de aanvraag van eiseres voor een Wajong-uitkering werd afgewezen. Eiseres, geboren in 2001, had eerder op 22 juni 2022 een aanvraag ingediend die was afgewezen omdat zij over arbeidsvermogen beschikte. Eiseres was het niet eens met deze afwijzing en voerde aan dat haar situatie was verslechterd en dat zij niet over arbeidsvermogen beschikte. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres op haar achttiende verjaardag en de vijf jaren daarna over arbeidsvermogen beschikte. De rechtbank concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om terug te komen op het eerdere besluit. De rechtbank benadrukte dat de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen voldoende hadden gemotiveerd dat eiseres in staat was om te werken, zij het onder bepaalde voorwaarden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht had op de Wajong-uitkering en dat het UWV de aanvraag terecht had afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. H.W.H. Oude Aarninkhof, rechter, in aanwezigheid van mr. F. Ernens, griffier.