ECLI:NL:RBOVE:2025:4118
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om inzage in persoonsgegevens op grond van de AVG in het kader van het Regionale Informatie en Expertise Centrum
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel wordt het verzoek van eiser om inzage in zijn persoonsgegevens, zoals bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), behandeld. Eiser had een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Enschede, waarin hij inzage vroeg in de verwerking van zijn persoonsgegevens in het kader van het Regionale Informatie en Expertise Centrum (RIEC). Het college heeft dit verzoek afgewezen, omdat de uitgevoerde zoekslag geen resultaten had opgeleverd. Eiser was het niet eens met deze afwijzing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank oordeelt dat het verzoek om inzage niet te beperkt is opgevat en dat de zoekslag volledig is geweest. De rechtbank stelt vast dat niet aannemelijk is gemaakt dat er documenten met daarin eisers persoonsgegevens bij het college berusten. De rechtbank legt uit dat het college als verwerkingsverantwoordelijke moet optreden en dat het RIEC geen zelfstandige entiteit is. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat er wel documenten zijn die onder de reikwijdte van zijn verzoek vallen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van het inzageverzoek in stand blijft. Eiser krijgt geen gelijk en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter, en mr. A.E.M. Lever, griffier, en is openbaar uitgesproken op 24 juni 2025.