ECLI:NL:RBROT:2008:BF1335
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering van een woningcorporatie tot schadevergoeding wegens schade aan gehuurde woning en het ontbreken van schriftelijke toestemming voor aanpassingen
In deze zaak vordert een woningcorporatie, Stichting De Leeuw van Putten, van een ex-huurder een schadevergoeding van € 15.892,08 voor herstelwerkzaamheden aan een gehuurde woning. De vordering is gebaseerd op het aanleggen van een zwembad zonder schriftelijke toestemming en het aanleggen van een hennepkwekerij in de woning. De huurder heeft de woning verlaten zonder de huurovereenkomst schriftelijk op te zeggen, wat aanleiding gaf tot de vordering. De kantonrechter oordeelt dat de woningcorporatie geen inspectie heeft laten uitvoeren voordat de huurder de sleutels inleverde, waardoor niet kan worden vastgesteld welke kosten de huurder zelf had kunnen maken voor het herstel van de woning. De rechter benadrukt dat de huurder in de gelegenheid had moeten worden gesteld om de schade zelf te herstellen en dat de woningcorporatie haar verplichtingen uit de huurovereenkomst niet is nagekomen. De zaak wordt verwezen naar een rolzitting voor verdere behandeling, waarbij de woningcorporatie haar vordering moet onderbouwen met bewijs van de gemaakte kosten en de huurder de gelegenheid krijgt om hierop te reageren. De uitspraak benadrukt het belang van schriftelijke toestemming voor aanpassingen aan de woning en de verplichtingen van beide partijen bij het beëindigen van de huurovereenkomst.