Volgens een op 25 januari 2013 gedateerd boeterapport hebben vier
arbeidsinspecteurs ten aanzien van eiseres het volgende geconstateerd.
Op 23 mei 2012 hebben de arbeidsinspecteurs een administratief onderzoek ingesteld bij eiseres, waaruit is gebleken dat eiseres de vreemdeling van Turkse nationaliteit [naam] (hierna: de vreemdeling 1) op dat moment uitzond als werknemer. Tevens troffen de arbeidsinspecteurs in de administratie een kopie aan van een Frans paspoort, op naam van J.B. [E.] (hierna: [E.]). Op het veiligheidspaspoort op naam van [E.] zagen zij een foto van een persoon, waarvan het gezicht niet overeenkwam met het gezicht van de persoon op de foto in het Franse paspoort. “[E.]” was op dat moment aan [bedrijf 2] B.V. (hierna: [bedrijf 2]) uitgeleend.
Uit onderzoek door de vreemdelingenpolitie is gebleken dat “[E.]” in werkelijkheid A.A. [O.] (hierna: de vreemdeling 2) heet en de Kameroense nationaliteit bezit. Uit het administratieve onderzoek bleek verder dat de vreemdeling 2, onder de valse naam [E.], gedurende de periode van 4 november 2011 tot en met 25 mei 2012 als uitzendkracht in loondienst is geweest bij eiseres en dat hij in die periode is uitgezonden naar verschillende opdrachtgevers. Tevens is uit dit onderzoek gebleken dat de vreemdeling 1 per 23 januari 2012 in dienst was getreden bij [zusterbedrijf] B.V. (hierna: [zusterbedrijf]) en in de weken 4 tot en met 18 van 2012 was uitgeleend aan eiseres.
Op 25 mei 2012 hebben de arbeidsinspecteurs een bezoek afgelegd aan de onderneming [bedrijf 3] B.V. De vreemdeling 2 is op die datum gehoord als getuige. De vreemdeling 1 is niet gehoord als getuige.
Van de vreemdelingen zijn geen afschriften van identiteitsdocumenten in de administratie van eiseres aangetroffen. Er is niet gebleken dat door eiseres onverwijld afschriften van geldige identiteitsdocumenten van de vreemdelingen zijn verzonden naar [bedrijf 2]. Uit navraag bij het UWV WERKbedrijf is gebleken dat eiseres niet in het bezit was van de vereiste tewerkstellingsvergunningen.
Op 10 juli 2012 is [naam directeur] (hierna: [naam directeur]), directeur en enig aandeelhouder van [moederbedrijf] B.V. (bestuurder van [zusterbedrijf] en van eiseres), gehoord als overtreder. Hij heeft, nadat de arbeidsinspecteurs hem hadden medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht is, in tegenwoordigheid van bedrijfsleider E. [D.], onder meer het volgende verklaard. Identiteitscontrole vindt plaats aan de hand van originele identiteitsbewijzen, door te kijken naar de geldigheidsdatum en de opmerkingen op een verblijfsvergunning. Buiten het identiteitsbewijs wordt gevraagd om een sofinummer en het veiligheidspaspoort. Het personeel heeft geen opleidingen gehad ten behoeve van het controleren van de identiteitsbewijzen op echtheid en heeft geen blauwe lamp of andere hulpmiddelen ter beschikking om een controle van identiteitsbewijzen uit te voeren. De blauwe lamp is inmiddels besteld en een boek waarin alle voorkomende identiteitsbewijzen als voorbeeld staan afgebeeld (het WID-boek) zal ook worden besteld. [naam directeur] is bekend met de Wav. De vreemdeling1 heeft de Turkse nationaliteit, een Belgische verblijfsvergunning en een Nederlands sofinummer. Of hij mocht werken is nagevraagd bij het UWV, de Belastingdienst en de IND. De Belastingdienst gaf uiteindelijk aan dat de vreemdeling mocht werken, omdat hij een Nederlands sofinummer had en een sticker in zijn paspoort had waarop stond dat arbeid vrij was. Nadat de vreemdeling 1 voor de eerste keer in dienst kwam - van 1 juni 2010 tot 11 juli 2010 bij eiseres - is niet meer gelet op de geldigheidsduur van de sticker in zijn paspoort (28 augustus 2010). De tweede keer kwam hij op 21 maart 2011 in dienst van eiseres, tot 22 januari 2012. Op 23 januari 2012 is de vreemdeling 1 in dienst gekomen van [zusterbedrijf], tot 6 mei 2012, waarna hij weer in dienst is gekomen van eiseres. [zusterbedrijf] heeft eiseres gefactureerd voor de werkzaamheden die de vreemdeling 1 in de weken 4 tot en met 18 van 2012 heeft verricht. Het was bij de inschrijving van de vreemdeling 2 niet opgevallen dat de foto op het veiligheidspaspoort verschilde van de foto op het Franse paspoort. Hij toonde alle noodzakelijke documenten. Van hem is een kopie van het Franse paspoort, het sofi-nummer, het VCA-certificaat en het veiligheidspaspoort naar opdrachtgever [bedrijf 2] verzonden. Eiseres heeft geen extra voordeel gehad van de arbeid van de vreemdelingen. Zij hebben een goed loon gehad en alle belastingen en premies zijn afgedragen. Eiseres heeft te goeder trouw gehandeld en had niet de opzet overtredingen te begaan, aldus [naam directeur].
Op 17 augustus 2012 hebben de arbeidsinspecteurs een administratief onderzoek ingesteld bij [bedrijf 2] en hebben zij P. [B.], directeur van [bedrijf 2], gehoord als getuige. Hij heeft onder meer verklaard dat [bedrijf 2] gebruik maakt van het uitzendbureau van eiseres. In het kader van de identiteitscontrole bij van een uitzendbureau ingeleende werknemers wil [bedrijf 2] voor aanvang van het werk kopieën van identiteitsbewijzen, verblijfsdocumenten, VCA-certificaten en, indien noodzakelijk, tewerkstellingsvergunningen op kantoor hebben. De werknemers komen volgens [B.] niet op kantoor voor een identiteitscontrole. Zij melden zich op de eerste dag op de werklocatie en daar wordt door de klant van [bedrijf 2] een identiteitscontrole uitgevoerd. Dit gebeurt door gespecialiseerd beveiligingspersoneel. De vreemdeling 1 heeft voor [bedrijf 2] gewerkt als constructieschilder. Binnen [bedrijf 2] was de vreemdeling 2 bekend onder de naam [E.], niet als [O.], en hij heeft werkzaamheden als constructieschilder uitgevoerd, aldus [B.].