Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2014 in de zaak tussen
[eiser], te [vestigingsplaats], eiser 1,
Procesverloop
Overwegingen
Op 14 februari 2008 is een nieuwe bestemmingsplan vastgesteld, het bestemmingsplan “Kralingse Bos”, waarbij een locatie aan de westzijde van de Kralingse Plas de bestemming “watersport, jachthaven I, II, en III” heeft gekregen. Dit bestemmingsplan is op 7 april 2010 onherroepelijk geworden. Met het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan is een einde gekomen aan de zoektocht van eisers voor een nieuwe locatie voor de zeilschool. De aanleiding voor een tijdelijke bouwvergunning is daarmee komen te vervallen, zodat er ook geen reden meer was om de tijdelijke bouwvergunning te verlengen. Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij niet bevoegd is een tijdelijke bouwvergunning voor langer dan een periode van tien (vijf + vijf) jaar te verlenen. Verweerder wijst in dit kader naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 20 juli 2005 (ECLI:NL:RVS:2005:AT9695) waarin zij heeft geoordeeld (r.o. 2.3.1) dat een tijdelijke bouwvergunning slechts verleend kan worden indien aannemelijk is dat het tijdelijke bouwsel niet langer dan vijf jaar in stand zal blijven. Uit die uitspraak volgt volgens verweerder ook dat er ten aanzien van dat tijdelijke bouwsel voldoende concrete, objectieve gegevens voorhanden moeten zijn om aan te nemen dat een bouwwerk niet langer dan vijf jaar ter plaatse in stand zal blijven.