Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 juli 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 10 december 2014.
2.De feiten
vijf en zeventig woningen (…)
bedrijfsruimten en een horecaruimte gelegen op de begane grond,
(…)
het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van die gedeelten van het complex, gelegen in de kelder, op de begane grond en op de eerste tot en met de dertiende (dak)verdieping, die blijkens hun inrichting bestemd zijn om te worden gebruikt als vijfenzeventig woningen (…), appartementsindex 1;
het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van dat gedeelte van het gebouw, gelegen op de begane grond, dat blijkens zijn inrichting bestemd is om te worden gebruikt als bedrijfsruimten, waaronder een horecaruimte en een supermarkt, alles met toebehoren, plaatselijke aanduiding nog onbekend, appartementsindex 2,
voor wat betreft het Appartementsrecht met index 1: woningen (….), en
voor wat betreft het Appartementsrecht met index 2: bedrijfsruimten en een horecaruimte.
3.Het geschil
- het niet binnen de bestemming van de akte van hoofdsplitsing van het appartementsrecht met index 2, te weten ‘bedrijfsruimten en een horecaruimte’ valt om een tweede horecagelegenheid te vestigen en te (gaan) exploiteren in appartementsindex 2;
- in de akte van ondersplitsing winkelcentrum niet ten nadele van de in de akte van hoofdsplitsing gegeven bestemming van appartementsindex 2 kan worden afgeweken;
- TCB handelt in strijd met de akte van hoofdsplitsing, meer in het bijzonder de bestemming ex artikel 25 van de akte van hoofdsplitsing, indien TCB een snackbar als tweede horecagelegenheid exploiteert/laat exploiteren in haar appartementsrecht, gelegen aan de [adres] te Schiedam;
4.De beoordeling
€ 904,00(2 punten (dv + cna) x tarief II a € 452)