In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en [Naam] N.V. over de oplegging van bestuurlijke boetes wegens het niet naleven van de non-discriminatieverplichting en de transparantieverplichting zoals vastgelegd in de Telecommunicatiewet. De ACM had vier bestuurlijke boetes opgelegd aan eiseres, die betrekking hadden op verschillende diensten die niet voldeden aan de wettelijke vereisten. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop uitvoerig besproken, waarbij de rechtbank oordeelde dat eiseres de non-discriminatieverplichting had overtreden door bepaalde diensten eerder aan haar eigen retailbedrijf aan te bieden dan aan externe wholesale-afnemers. Dit leidde tot een concurrentievoordeel voor eiseres, wat in strijd is met de wet. De rechtbank heeft ook de hoogte van de boetes beoordeeld en geconcludeerd dat deze in verhouding stonden tot de ernst van de overtredingen, rekening houdend met de recidive van eiseres en de ineffectieve compliance. De rechtbank heeft de beroepen tegen de besluiten van de ACM ongegrond verklaard, met uitzondering van de boete voor de non-discriminatieverplichting in besluit 4, die deels gegrond werd verklaard. De rechtbank heeft de boete in dat geval vernietigd en de proceskosten vergoed aan eiseres.