ECLI:NL:RBROT:2015:8948
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag wegens ernstig plichtsverzuim van ambtenaar met betrekking tot het raadplegen van de Basisregistratie Personen en het niet registreren van gevonden voorwerpen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en het college van burgemeester en wethouders van Spijkenisse (thans gemeente Nissewaard). De ambtenaar, eiser, was met ingang van 1 augustus 2014 disciplinair ontslagen wegens zeer ernstig plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim bestond uit het onterecht raadplegen van de Basisregistratie Personen (Brp) voor privédoeleinden en het niet correct registreren van gevonden voorwerpen. Eiser had autorisatie voor het raadplegen van de Brp, maar uit een steekproef bleek dat hij deze autorisatie misbruikte door gegevens op te vragen zonder rechtmatige aanleiding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser meerdere malen gegevens heeft geraadpleegd voor persoonlijke doeleinden, waaronder het regelen van privézaken van zijn ouders en het leggen van contact met vrouwen. Daarnaast heeft hij opzettelijk geen registratie gedaan van een zak met gouden sieraden die bij de gemeente was ingeleverd, wat in strijd was met de geldende procedures. Eiser heeft betoogd dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim, maar de rechtbank oordeelde dat zijn verklaringen niet geloofwaardig waren en dat hij op de hoogte was van de regels omtrent het gebruik van de Brp.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het plichtsverzuim toerekenbaar was aan eiser, ondanks zijn psychische problemen, en dat de opgelegde disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en benadrukte het belang van integriteit en professionaliteit bij ambtenaren, vooral in het omgaan met privacygevoelige informatie. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 9 december 2015.