In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Rotterdam, betreft het een kort geding waarin [eiseres] een schorsing vordert van de tenuitvoerlegging van een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dit arrest, dat op 29 maart 2016 is gewezen, veroordeelt [eiseres] tot nabetaling van salaris aan voormalige werknemers van de private limited company World@Work Uitzendbureau Limited, waarvan zij de enige aandeelhouder en bestuurder was. De vordering van [eiseres] is ingegeven door de vrees voor een persoonlijk faillissement als gevolg van de executie van het arrest. De voorzieningenrechter overweegt dat de taak in een executiegeschil beperkt is en dat de executie alleen kan worden geschorst als er sprake is van misbruik van recht of een noodtoestand aan de zijde van de geëxecuteerde. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen sprake is van een juridische of feitelijke misslag in het arrest en dat de executie niet leidt tot een noodtoestand voor [eiseres]. Bovendien is het niet aannemelijk dat de executie van het arrest misbruik van recht oplevert. De vordering van [eiseres] wordt dan ook afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van SNCU.