ECLI:NL:RBROT:2016:823
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Schoneveld
- J. Bergen
- N. Saanen
- Rechtspraak.nl
Discriminatoire voorwaarden bij de dienst Partijenpost Gemengd door PostNL en de handhaving door ACM
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen Koninklijke PostNL B.V. (PostNL) en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over de oplegging van een last onder dwangsom aan PostNL wegens overtreding van artikel 9 lid 1 van de Postwet 2009. De ACM had PostNL gelast om de voorwaarden voor de dienst Partijenpost Gemengd (PPG) aan te passen, omdat deze voorwaarden discriminatoir zouden zijn voor postvervoerbedrijven die gebruik maken van deze dienst. De rechtbank heeft een aantal procedurele beslissingen genomen en de inhoudelijke beoordeling uitgevoerd, waarbij zij zich richtte op de vraag of de voorwaarden die PostNL hanteert voor de dienst PPG in strijd zijn met de wetgeving en of er sprake is van vergelijkbare gevallen. De rechtbank concludeert dat de eis van een uniform afzenderadres voor partijenpost leidt tot een ongerechtvaardigd onderscheid tussen verschillende aanbieders van postvervoer, wat in strijd is met de non-discriminatieverplichting uit de Postwet. De rechtbank heeft de last onder dwangsom van ACM bevestigd en geoordeeld dat PostNL niet gerechtvaardigd kan handelen door deze voorwaarden te handhaven. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de concurrentie op de postvervoermarkt en de toegankelijkheid van diensten voor kleinere postvervoerbedrijven.