Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 februari 2016 in de zaak tussen
[eiser] , te Rotterdam, eiser,
Procesverloop
Overwegingen
De in de hennepkwekerijen aanwezige hennepplanten waren ongeveer 49 dagen oud.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die bijstandsuitkering ontving, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De eiser had een bijstandsuitkering vanaf 10 september 2011, maar op 30 maart 2013 werd in zijn woning een hennepkwekerij aangetroffen. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente een boete van € 2.710,- opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht, omdat eiser niet had gemeld dat er een hennepkwekerij in zijn woning aanwezig was. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze boete, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 20 november 2015 heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Hij betwistte de conclusie van de rapportage van Stedin Netbeheer B.V. die stelde dat de hennepkwekerij al vanaf 1 december 2012 in zijn woning aanwezig was. Eiser voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor deze conclusie en dat hij vanaf 1 februari 2013 niet meer in de woning woonachtig was. De rechtbank oordeelde dat de bewijslast voor de feiten die aan de boete ten grondslag lagen bij de gemeente lag. De rechtbank heeft de rapportage van Stedin als voldoende bewijs beschouwd voor de aanwezigheid van de hennepkwekerij en oordeelde dat eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden door dit niet te melden.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de boete, waarbij werd opgemerkt dat de hoogte van de boete niet door eiser was betwist. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.