Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de exploten van dagvaarding van 29 en 30 december 2015, met 30 producties;
- de akte overlegging producties van Oosterlee;
- de conclusie van antwoord van Interpolis, met vier producties;
- de conclusie van antwoord van Magazz, tevens houdende een eis in reconventie, met twee producties;
- het comparitievonnis van 4 mei 2016;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 september 2016, met daaraan gehecht een procesvolmacht en de opmerkingen van mr. Backx bij brief van 7 oktober 2016 en die van mr. Keereweer bij brief van 10 oktober 2016.
2.De feiten
- opslag van een aannemersbedrijf;
- dansschool;
- distributiepunt tijdschriften.
bestemmingswijziging (12)”
- een verandering in bouwaard en het gebruik van de gebouwen die op het verzekeringsbewijs zijn omschreven;
- het buiten gebruik of onbewoond raken ervan;
- het extern verbouwen van die gebouwen.
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
Ten aanzien van de vorderingen op Interpolis
niettot schade aan het gehuurde hebben geleid. Of Magazz zich als goed huurder heeft gedragen, is in dit geval, nu het gaat om door derden veroorzaakte schade, dan ook niet beslissend.
6.De beoordeling in reconventie
7.De beslissing
15 maart 2017voor het nemen van een akte door Oosterlee over hetgeen is vermeld onder 5.10 en 5.20 waarna Interpolis (met betrekking tot hetgeen is vermeld onder 5.10) en Magazz (met betrekking tot hetgeen is vermeld onder 5.20) op de rol van twee weken daarna een antwoordakte kunnen nemen,