ECLI:NL:RBROT:2018:2106
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.E. Bos
- M.G.L. de Vette
- D.Y.A. van Meersbergen
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve opneming van gegevens in de basisregistratie personen over het vertrek naar het buitenland
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. De eiser was in bezwaar gegaan tegen een besluit van de gemeente waarin werd vastgesteld dat hij ambtshalve was uitgeschreven uit de basisregistratie personen (brp) omdat hij naar het buitenland was vertrokken. De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht had vastgesteld dat de eiser meer dan twee derde van het jaar in het buitenland verbleef, en dat de gemeente op grond van artikel 2.21, tweede lid, van de Wet basisregistratie personen (Wbrp) bevoegd was om deze gegevens ambtshalve op te nemen. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet had aangetoond dat hij minder dan twee derde van het jaar in het buitenland verbleef en dat hij niet had voldaan aan zijn verplichting om aangifte te doen van zijn verblijf in het buitenland. De rechtbank verwierp ook de argumenten van de eiser over onevenredige benadeling en misbruik van bevoegdheid door de gemeente. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard en zijn verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 13 maart 2018.