ECLI:NL:RBROT:2018:4624
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing bijstandsaanvraag op grond van de Participatiewet en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen. De eiser had een aanvraag ingediend voor bijstand voor levensonderhoud en bedrijfskapitaal op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), welke aanvraag door verweerder op 4 januari 2017 werd afgewezen. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar verweerder besloot niet tijdig op het bezwaar te beslissen, wat leidde tot een beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen. Dit beroep werd geregistreerd onder zaaknummer ROT 17/6056. Daarnaast stelde eiser beroep in tegen een dwangsombesluit van 6 november 2017, waarin verweerder het verzoek om een dwangsom afwees. Dit beroep werd geregistreerd onder zaaknummer ROT 17/7122.
De rechtbank oordeelde dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk was, omdat verweerder inmiddels had beslist op het bezwaar van eiser. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit, waarin de afwijzing van de bijstandsaanvraag werd gehandhaafd, voldoende was onderbouwd. Eiser had niet aangetoond dat zijn bedrijf levensvatbaar was, ondanks zijn argumenten over zijn eerdere ervaring en specifieke doelgroep. De rechtbank oordeelde dat verweerder zich terecht had gebaseerd op het advies van de FBA Adviesgroep, die had geconcludeerd dat de onderneming van eiser niet levensvatbaar was.
Het beroep tegen het dwangsombesluit werd eveneens ongegrond verklaard, omdat eiser verweerder onredelijk laat in gebreke had gesteld. De rechtbank veroordeelde verweerder tot betaling van proceskosten aan eiser, vastgesteld op € 250,50. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.